24/88

Appelante had aangekondigd zes personen te willen meenemen die de zitting wensten bij te wonen, waaronder een redacteur van het weekblad "Vrij Ne­derland". Volgens ord. 19-14-4 en 5 kunnen partijen hun inzichten toelich­ten, desgewenst bijgestaan door een raadsman.

"Deze bepalingen geven geen aanleiding voor de veronderstelling dat bij een zitting van de Generale Commissie toehoorders kunnen worden toegelaten. Ook gelet op de aard van de kerkrechtelijke procedure, acht de Commissie die veronderstelling onjuist."

Alleen de gemachtigde werd toegestaan de vergadering van de Commissie bij te wonen.

Ten aanzien van de vraag of het college van kerkvoogden onnodig of ten on­rechte een kort geding heeft aangespannen wijst de GCBG ten overvloede op artikel 17 van de Grondwet, bepalende dat niemand tegen zijn wil kan worden afgehouden van de rechter (vermoedelijk moet worden gelezen: van de rech­ten) die de wet hem toekent. De burgerlijke rechter heeft zich bevoegd ge­acht van de vordering kennis te nemen. Een beroep op een commissie voor de behandeling van be­zwaren en geschillen kan nimmer leiden tot een uitspraak welke de bevoegd­heid van de kerkvoogdij om zich terzake tot de burgerlijke rechter te wen­den zou aantasten.