16/86

PC vernietigde een besluit van de kerkenraad om een contract met de predi­kant niet te verlengen. De predikant (krachtens ovb 277) was benoemd voor de duur van één jaar welk contract telkens stilzwijgend was verlengd met eenzelfde pe­riode. In het contract was de bepaling opgenomen dat 3 maanden voor het einde van de contractduur overleg wordt gevoerd over de mogelijk­heid van al dan niet verlengen.
Op grond daarvan was de kerkenraad verplicht tot het voeren van overleg om­trent de verlenging en kan de kerkenraad die bepaling niet eenzijdig ter zijde schui­ven om zonder overleg mee te delen dat het contract wordt beëin­digd.

De GCBG treft, nu het niet reëel is te verwachten dat nieuw overleg alsnog tot een oplossing van de gerezen problemen zou leiden, zelf een voorziening om het dienstverband te beëindigen.
Tot die datum moet de predikant in staat worden gesteld de werkzaamheden te verrichten conform de regeling die door de kerkenraad tevoren was vastge­steld.