4/86

Beroep door de centrale kerkenraad en het college van kerkvoogden tegen een be­slissing van de PC waarmee een besluit van de centrale kerkenraad en het college van kerkvoogden was ver­nie­tigd. Bezwaarden menen dat de PC bij haar beslissing is getreden in vra­gen van beleidsvoering door de Centrale kerkenraad en college van kerkvoog­den over een noodzakelijke bezuinigingsopera­tie, waartoe deze organen in de organisatie van de kerk niet alleen bevoegd zijn, maar ook de plicht en verantwoor­delijkheid hebben.

Bovendien heeft de PC in zijn beslissing de centrale kerkenraad en het col­lege van kerkvoogden te weinig bewegingsvrijheid gelaten in het overleg om tot een oplossing te geraken, door de uitkomst van het te voeren overleg welhaast voor te schrijven, nl. de verkoop van het kerkgebouw aan een stichting.

Het laatste bezwaar is erkend. Op dit punt is de beslissing van de PC ver­nie­tigd.

Voor het overige is het bezwaar afgewezen. De taakverdeling die de kerkorde voorschrijft brengt niet met zich mee dat niet aan een cie voor de behan­deling van bezwaren en geschillen ter beoordeling kan worden voorgelegd of instanties

bij de uitvoering van het aan hen opgedragen beleid besluiten hebben geno­men die zij na afweging van de in aanmerking komende belangen in redelijk­heid niet hebben kunnen nemen of die in strijd zijn met al­gemene begin­selen, waaraan een kerkelijk orgaan zich bij haar besluitvorming heeft te houden.