23/85

Door de PC waren bezwaren van de centrale kerkenraad tegen een besluit van het college van kerkvoogden erkend. In hoger beroep door het college van kerk­voog­den wordt het bezwaar van de centrale kerkenraad afgewezen.
Immers uit art. IV-6 en XXII-1 blijkt dat financiële zaken van de gemeente, voor zover niet van diaconale aard, worden verzorgd door het college van kerk­voogden. Ord. 6-4-4 bepaalt dat kerkgebouwen door het college van kerk­voogden in overleg met de kerkenraad niet dan voor gemeentelijke en kerke­lijke doelein­den worden beschikbaar gesteld.
Alleen indien is komen vast te staan dat het college van kerkvoogden in rede­lijkheid niet tot het besluit is kunnen komen is een besluit van het college van kerkvoogden aantastbaar.

Uitspraak: beslissing PC vernietigd en bezwaren van de centrale kerkenraad on­gegrond verklaard.