Art. 78. Wanneer iemand, die geëxcommuniceerd is, zich wederom wil verzoenen met de gemeente door boetvaardigheid, zoo zal hetzelve vóór de handeling des Avondmaals, of anderszins naar gelegenheid, tevoren der gemeente aangezegd worden, teneinde hij ten naastkomenden Avondmale (zooverre niemand iets weet voor te brengen ter contrarie) openbaarlijk met professie zijner bekeering weder opgenomen worde, volgens het Formulier daarvan zijnde.

Wanneer de afgesnedene tot bekering komt en begeert zich met de gemeente te verzoenen, zal de kerkeraad zo hij overtuigd is van zijn boetvaardigheid, hem der gemeente voorstellen, want ook de wederopname moet met stilzwijgende goedkeuring der gemeente geschieden.

Omdat de plaatselijke kerk een zelfstandige kerk is, moet de wederopname geschieden in de gemeente waar hij woont.
Indien hij verhuisd is, zal de kerkeraad dier gemeente in correspondentie moeten treden met de kerkeraad der gemeente, waar hij geëxcommuniceerd is.

|120|

Deze verzoening geschiedt, volgens het formulier daarvan zijnde.