Art. 30. In deze samenkomsten zullen geene andere dan kerkelijke zaken, en dezelve op kerkelijke wijze, verhandeld worden. In meerdere vergaderingen zal men niet handelen, dan ’t gene dat in mindere niet afgehandeld kunnen worden, of dat tot de Kerken der meerdere vergadering in ’t gemeen behoort.
Wat er behandeld mag worden? Alleen kerkelijke zaken. Maar op de vraag wat zijn kerkelijke zaken, zal het antwoord afhangen van de beantwoording van de vraag, wat is de taak der kerk. Is de kerk heilsinstituut, heeft zij alleen te verkondigen hoe een zondaar zalig kan worden, dan worden daardoor kerkelijke zaken al zeer beperkt. De kerk echter heeft het licht der waarheid te laten schijnen over elk gebied, en over elke kring des levens en alle levensverbanden, zodat men niet kan zeggen: geen politieke zaken; een kerkelijke vergadering mag niet handelen over wetgeving of bepaalde regeringsdaden. Die politieke zaken kunnen ook kerkelijke zaken zijn.
|77|
Mag een kerkeraad niet oordelen b.v. over ’t consumentenkrediet; over de noodvoorziening van de ouden van dagen, over armenwet en de toepassing dier wetten en het gebruik maken daarvan? Het leven is één en de wet Gods is één, en die wet gaat over heel het leven.
Is een kerkeraad geroepen uitspraak te doen in een rechtszaak
tussen de leden der kerk? Dat kan een kerkeraad in de meeste
gevallen niet; daarvoor is nodig een kennis van onze vele en
ingewikkelde wetten en de eis mag niet gesteld worden, dat de
ouderlingen als ambtsdrager die kennis bezitten. In Corinthe was
de rechtspraak veel eenvoudiger en waren de rechts
onrechtvaardigen, d.i. heidenen.
Wel moeten kerken en leden der kerk zoveel mogelijk door
arbitrage zoeken tot vergelijk te komen, maar een rechtspraak kan
alleen gegeven worden door de rechters, van God gegeven, en in
het O.T. elohim, goden genoemd.
Een kerkeraad moet zich niet laten gebruiken als een soort
onbezoldigde deurwaarder, maar daarmee is niet uitgesloten, dat
de ambtsdragers nalatige betalers niet moeten vermanen.
Op kerkelijke wijze, d.i. dat de behandeling der
zaken geschieden moet in overeenstemming met de kerkelijke
bepalingen.
Dr. H. Bouwman: „de wijze van behandeling der kerkelijke zaken
moet kerkelijke zijn, d.w.z. naar de regelen, binnen de grenzen
der kerkelijke macht en met geen andere dan kerkelijke middelen”.
Wat op de meerdere vergaderingen zal behandeld worden, wordt in
twee groepen onderscheiden:
a. alles wat niet door een mindere vergadering kan worden
afgedaan. Let op „kan”; mindere vergaderingen mogen niet uit
gemakzucht zoveel mogelijk zaken op meerdere vergaderingen
afwentelen;
b. alles wat tot de kerken ener meerdere vergadering in het
gemeen behoort (b.v. op een synode zaken van opleiding,
belijdenis, enz.).
Onder meerdere (niet hogere) vergadering verstaan we een vergadering van meer kerken. Een meerdere vergadering is b.v. een particuliere synode ten opzichte van een classis, omdat daar meerdere kerken vertegenwoordigd zijn.
Op kerkelijke wijze. Reeds de Synode van Embden
1571 regelde de voorbereiding ener Synode op zodanige wijze, dat
de actieve medewerking der kerken grondig gewaarborgd werd.
De kerken moesten zich tevoren beraden over de punten, die op
|78|
classicale vergaderingen besproken zouden worden; de voorstellen moesten per schriftelijke instructie worden ingediend.
In Artikel 30 hebben we heden nog het in de oude regeling
uitgedrukte beginsel en dat beginsel werd door de Gereformeerde
kerken in haar bloeitijd krachtig gehandhaafd.
De Synoden van 1942-1946 hebben gehandeld voor, over en radicaal
zonder de kerken.
„Het oordeel moet dan ook luiden, dat die besluiten genomen zijn
in lijnrechte strijd met een door onze kerken rechtsgeldige
regelen in praktijk gebrachte beginsel van kerkelijke handelen en
alzo genomen zijn in conflict met de letter en de geest van
Artikel 30 en 31 der vigerende Dordtse kerkenordening”. Dr. J.L.
Bos.