Art. 34. In alle samenkomsten zal bij den praeses een scriba gevoegd worden, om naarstiglijk op te schrijven ’t gene waardig is opgeteekend te zijn.
Dit artikel eist een praeses en een scriba; in de oudste redactie
van 1571 en 1578 wordt ook een assessor of bijzitter genoemd.
Deze drie vormen het moderamen, bij hetwelk de leiding van de
vergadering berust. (Moderamen betekent leiding).
De scriba zal naarstig opschrijven hetgeen waardig is opgetekend te worden, d.i. de besluiten en de gronden waarop deze rusten. Bij synodes spreken we van acta; bij een kerkeraad en classis van notulen; van zulk een vergadering kan men notulen maken, d.w.z. de besluiten met de hoofdpunten der discussie optekenen.