Art. 73. De heimelijke zonden, waarvan de zondaar door één, en in ’t bijzonder, of voor twee of drie getuigen vermaand zijnde, berouw heeft, zullen voor den Kerkeraad niet gebracht worden.

De tucht is een zaak der gemeente; zij zelve oefent tucht en deze tucht begint met de broederlijke vermaning.

Er is onderscheid tussen heimelijke en openbare zonden, maar

|116|

een preciese regel te trekken tussen heimelijke en openbare zonden is niet mogelijk.
De synode van Dordrecht 1578 gaf op een vraag: welke zonden zijn openbaar ten antwoord: een zonde is openbaar als zij a. in het openbaar voor een iegelijk begaan is; b. op een plaats die van nature publiek is, bedreven is; c. door de hardnekkigheid des zondaars tot openbaarheid komt; en d. door haar gruwelijkheid der openbare bestraffing waardig is.

En ten laatste zegt dit artikel dat heimelijke zonden die heimelijk verzoend zijn, niet tot de kerkeraad zullen gebracht worden.