Art. 17. Onder de Dienaren des Woords zal gelijkheid gehouden worden, aangaande de lasten huns dienstes, mitsgaders ook in andere dingen, zooveel mogelijk is, volgens het oordeel des Kerkeraads, en (dies van noode zijnde) der Classe; hetwelk ook in Ouderlingen en Diakenen te onderhouden is.
Het bovengenoemde werk behoort tot de taak van al de dienaren. Artikel 17 zegt, dat er gelijkheid zal zijn aangaande de lasten van hun dienst en ook in andere dingen, zoveel als mogelijk is. Natuurlijk laat het leven zich niet in alles door bepalingen binden. In een gemeente waar onderscheidene dienaren des Woords zijn
|57|
zullen verschillende werkzaamheden als ziekenhuisbezoek, arbeid onder de militairen, leiding in een jeugdcentrale, commissiewerk e.d. verdeeld kunnen worden. Het is mogelijk een dienaar, die zwak of oud is van sommige werkzaamheden te ontheffen. Maar de algemene regel is daarbij toch, dat ieder allereerst recht heeft op al dat werk, dat tot het ambt van de dienaar des Woords behoort, en voorts, dat ook het werk zoveel mogelijk gelijkmatig zal worden verdeeld, zodat de één niet veel zwaarder is belast dan de ander. De gelijkheid zal ook daarin uitkomen, dat in gemeenten met meer dan één dienaar elk bij toerbeurt of (gelijk wel de gewoonte is) om de maand de kerkeraadsvergadering leiden zal. Ook zal het honorarium gelijk zijn, wat niet uitsluit, dat een dienaar met veel zwaardere lasten bijvoorbeeld door een groter gezin ook meer levensonderhoud mag ontvangen, bijvoorbeeld in de vorm van kindertoelage. Deze en dergelijke dingen staan ter beoordeling van de kerkeraad en zo nodig van de classis. Diezelfde gelijkheid zal er ook zijn onder de ouderlingen en diakenen. Grondbeginsel van dit artikel is, dat er geen hierarchie zijn zal, maar gelijkheid in macht, in rechtspositie en in werkzaamheden. Allen zijn dienaren van de enige ware ambtsdrager, die de Koning der kerk is.