§ 28. Door welke vergadering de kerk bestuurd wordt.

Het bestuur over de kerken wordt uitgeoefend door de kerkeraden, die in wijderen zin zijn saâmgesteld uit de predikanten, ouderlingen en diakenen, in engeren zin, voor zooveel de hanteering van den tweeden sleutel des Hemelrijks aangaat, uit de predikanten en ouderlingen alleen, terwijl evenzoo de diakenen op hun beurt een afzonderlijk collegie vormen voor de bediening der tafelen. Dat in kleinere kerken ook de diakenen aan het bestuur in engeren zin deel nemen, is een toegeven aan de noodzakelijkheid, maar vloeit niet voort uit het beginsel. In alle zaken daarentegen, waarin noch uitsluitend van de handteering der sleutelen, noch uitsluitend van de bediening der tafelen gehandeld wordt, maar die de algemeene belangen der kerk raken, staat de beslissing uit beginsel bij den vollen raad der kerke, waarin diakenen zoowel als predikanten en ouderlingen zitting hebben. Belangen van algemeenen aard zijn de beroeping van predikanten, de benoeming van ouderlingen en diakenen, de representatie der kerke bij de overheid, de zorge voor de kerkelijke goederen, enz. In den breeden kerkeraad zoowel als in den kerkeraad voor de hanteering der sleutelen zitten de predikanten voor, maar staan overigens de ouderlingen en diakenen in macht hun volkomen gelijk. Deze kerkeraad behoort zelf de voorkomende zaken naar goede ordre af te doen, en mag nooit anderen committeeren dan ter uitvoering van een bepaalden last; behoort de leden der kerk die zulks wenschen voor zich te ontvangen; en blijft het best met

|72|

de kerk in levend contact door aan de geloovigen gelegenheid te bieden, als toehoorders de vergaderingen bij te wonen; natuurlijk behoudens het recht, om in besloten kring te vergaderen, zoo dikwijls de geaardheid der voorkomende zaken zulks eischt.

De Dienaren des Woords kunnen saâm wel een bijeenkomst of krans vormen voor de bespreking van hun werkzaamheden, en evenzoo de regeerende ouderlingen een eigen krans organiseeren om de verdeeling van hun arbeid te bespreken, maar macht, recht of bevoegdheid heeft zulk een dusgenaamd ministerie of presbyterie in het allerminste niet, en de ééne zoomin als de andere krans was van oudsher in onze gereformeerde kerken bekend. Wel de Diakenen hebben een onderscheiden dienst en vormen deswege een afzonderlijk college. Maar leerende en regeerende ouderlingen zijn lieden van een zelfde categorie, verbonden door de bediening van de sleutelen des Hemelrijks, en kunnen dus ook naar luid ons Bevestigingsformulier, geen ander collegie of gezelschap vormen, dat macht en wettelijke bevoegdheid zal bezitten, dan den gewonen kerkeraad, waarin ze saâm met gelijke stem en geheel gelijke bevoegdheid optreden.