|278|

73. Hebben de diakenen beslissende stem in tuchtzaken?

 

(1907.)

123. Wanneer diakenen volgens art. 38 K.O. tot den kerkeraad genomen zijn, doen zij daarin dienst als hulp-ouderlingen (wegens het kleine getal van de eigenlijke ouderlingen), en hebben zij daarin dus geheel dezelfde bevoegdheid als de ouderlingen; ook een beslissende stem in tuchtzaken. Intusschen behooren zij dan aan het oordeel der ouderlingen altijd wat meer te hechten dan aan hun eigen gevoelen; evenals wederkeerig de ouderlingen zulks moeten doen, wanneer diakonale zaken in den kerkeraad behandeld worden; zoodat b.v. eene censuur niet licht moet worden uitgesproken (of niet uitgesproken) tegen het oordeel van alle ouderlingen. Maar formeel recht om te stemmen hebben zeker alle leden van den kerkeraad, ook de diakenen, die tot den kerkeraad genomen worden.


Rutgers, F.L. (1921)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 38