|60|

Artikel 7.

Niemand zal tot den dienst des Woords beroepen worden, zonder dat men hem in eene bepaalde plaats stelle, ten ware dat hij gezonden worde om hier of daar kerken te vergaderen.

 

14. Hoe kan men voor missionair-predikant studeeren?

 

(1898.)

22. Wat nu de zaak, waarover gij schrijft aangaat, zijt gij (en zijn ook eenige anderen die gij raadpleegdet) eenigszins in een misverstand. In de laatste Synode is het beginsel weêr aanvaard, dat een missionair predikant niet een ander soort van ambt heeft, dan een predikant hier te lande, maar geheel hetzelfde. Alleen zijn dienstwerk is anders; evenals zulks ook hier te lande bij alle predikanten lang niet hetzelfde is. Ook is door de Synode uitgesproken, dat men niet (althans in den regel

niet) studeeren kan voor missionair predikant ; evenmin als men kan studeeren voor stadspredikant, of dorpspredikant, of militaire predikant, of predikant bij visschers, enz. Men studeert voor predikant of Dienaar des Woords in het algemeen. Heeft men dan van den beginne begeerte om predikant bij de zending te worden, dan moet, als de gewone studie voltooid is, daarop nog een speciale studie (van talen enz.) volgen. Maar ook dan moeten de kerken beoordeelen, of iemand daarvoor geschikt is: dit kan en mag hij niet zelf uitmaken. Gij kunt dus eigenlijk nu nog geen steun vragen om missionair predikant te worden; wel, om te studeeren voor predikant, met de hoop, alsdan later geschikt te zijn voor de zending. Zoo niet, welnu, dan wordt men predikant hier te lande. En dat zal toch wel moeten bij sommigen, die nu reeds met hunne studie een heel eind gevorderd zijn; want de geldmiddelen zouden al zeer moeten toenemen, indien voor die allen plaats was. Hier aan de Vrije Universiteit zijn nu reeds vier studenten, die beslist, als de

|61|

kerken hen kunnen aannemen, bij de zending wenschen te dienen.

Op Uwe vraag kan ik dus antwoorden, dat de weg, om bij studie voor predikant, hetzij hier te lande of bij de zending, ondersteund te worden, zeker is, bij de kerken ondersteuning te vragen, die, hetzij classikaal hetzij provinciaal (dit laatste in de meeste provinciën) zulke ondersteuning geven. Doorgaans echter na oproeping van de belanghebbenden, om de meest geschikten daaruit te kiezen.


Rutgers, F.L. (1921)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 7