E3 meerdere
vergaderingen
1. De kerken komen regelmatig in meerdere vergaderingen bijeen,
regionaal in classes en landelijk in de synode.
2. De ambtsdragers die naar een meerdere vergadering worden
afgevaardigd, hebben opdracht en bevoegdheid om in de zaken die
wettig ter tafel komen te handelen en te besluiten in
gebondenheid aan de Heilige Schrift, de belijdenis van de kerk en
de kerkorde.
3. De meerdere vergaderingen zijn bevoegd in de zaken:
a. die de kerkorde daarvoor aanwijst;
b. die in de mindere vergadering niet konden worden
afgehandeld;
c. waarvan door de kerken binnen het ressort is afgesproken om ze
gezamenlijk te behartigen.
4. Na behandeling van hun agenda worden de meerdere vergaderingen
gesloten en eindigt het mandaat van de afgevaardigden.
5. De meerdere vergaderingen kunnen zich in hun arbeid laten
bijstaan door deputaten, die de besluitvorming voorbereiden
en die met uitvoerende taken worden belast.
6. Elk deputaatschap ontvangt een instructie waarin zijn taken en
bevoegdheden worden geregeld.
1. E3 is een belangrijk artikel inzake de bevoegdheid c.a. van de meerdere vergaderingen. Het geeft uitdrukking aan het presbyteriaal-synodaal karakter van de KO.
2. De meerdere vergaderingen zijn volgens E3.1 de classis en de synode. Doordat de particuliere synode niet meer is, heet de generale synode kortweg ‘synode’.
3. De geloofsbrief of ‘credentiebrief’ is in E3.2 niet langer kerkordelijk voorgeschreven. De huidige praktijk wordt steeds meer ervaren als een papieren aangelegenheid en verliest daardoor haar ‘geloofwaardigheid’. De afgevaardigden ontlenen in de nieuwe KO direct aan de KO zelf de opdracht en bevoegdheid tot handelen en besluiten in de meerdere vergaderingen.
|68|
4. Uiteraard dient ter vergadering wel de presentie van de afgevaardigde kerken te worden vastgesteld. Mocht de afvaardiging naar een vergadering onordelijk verlopen, dan kan de betreffende vergadering daar zelf passende maatregelen voor nemen.
5. E3.2 geeft bovendien een duidelijke grens aan voor het mandaat van de afgevaardigden: dit strekt zich uit tot zaken die wettig ter tafel komen. Daar dient de kerkelijke vergadering zelf op toe te zien. Bij onverhoopte overschrijding kan, indien nodig, hiertegen via een rechtsmiddel (zie hoofdstuk F) worden opgekomen.
6. De formulering van E3.3 is anders dan de tweede helft van het huidige art. 30 KO1978. Daar ligt de nadruk op de route waarlangs een zaak ter meerdere vergadering kan komen, dus een procedureel criterium. Door ons wordt echter gekozen voor een begrenzing van de te behandelen zaken, dus een meer inhoudelijk criterium.
7. Eigenmachtige uitbreiding van de agenda van de meerdere vergadering wordt voorkomen door de formulering van E3.3 sub c.: naast de sub a. en b. genoemde zaken moet het gaan om zaken waarvan de kerken binnen het ressort hebben afgesproken om deze gezamenlijk te behandelen. Bij twijfel dient de meerdere vergadering dat terug te koppelen naar de kerken in het ressort.
8. Het gereformeerd kerkrecht denkt vanouds in termen van meerdere vergaderingen. De classis resp. synode komen in vergadering bijeen. Wanneer de agenda is afgewerkt, wordt de vergadering gesloten en is zij voorbij. Op gezette tijden komt een nieuwe vergadering bijeen. Hieraan ligt de opvatting ten grondslag dat de meerdere vergaderingen geen permanente instituties moeten worden. Wij handhaven dit in E3.4. Deze kerkelijke vergaderstructuur doet overigens niets af aan de juridische kwalificatie van de classis resp. de gezamenlijke kerken als rechtspersonen volgens de Nederlandse wet. Zie G3.