E2 kerkelijke
vergaderingen
1. De kerkelijke vergaderingen zijn de kerkenraad, de classis en
de synode.
2. Zij behandelen alleen kerkelijke zaken en doen dat op
geestelijke wijze.
3. De kerkelijke vergaderingen stellen een regeling vast voor de
uitoefening van hun werkzaamheden en de vervulling van hun
taken.
1. De kerkenraad wordt hier wel genoemd, maar verder niet besproken; dat is al gebeurd in hoofdstuk B.
2. De particuliere synode keert in de nieuwe kerkorde niet terug.
Daarvoor zijn meerdere redenen:
a. de plaats van de particuliere synode in het geheel van het
kerkelijk leven is de laatste decennia steeds meer
gemarginaliseerd;
b. zonder particuliere synode kan de generale synode rechtstreeks
vanuit de classes worden samengesteld, waardoor de afstand tot de
plaatselijke kerken wordt verkleind;
c. de particuliere synode als appelinstantie blijkt vrijwel nooit
te leiden tot beëindiging van de appelweg, maar slechts een
tussenstap te zijn naar appel op de generale synode. Het wegnemen
van de particuliere synode betekent dat appelzaken per saldo
eerder kunnen worden afgesloten;
|67|
d. de meeste van de huidige taken van de particuliere synode, met
name via de “deputaten ad art. 49 KO” worden in de nieuwe opzet
door landelijke deputaten overgenomen;
e. taken die kerken uit de huidige PS-ressorten nog specifiek
samen uitoefenen, bijvoorbeeld op het gebied van het
zendingswerk, kunnen een eigen vergadering krijgen, met
afgevaardigden die hiervoor speciaal zijn ingewerkt (zie E8).
3. E2.2 bevat twee belangrijke kerkelijke principes in
aansluiting op het eerste gedeelte van art. 30 KO1978:
a. de kerkelijke vergaderingen behandelen alleen kerkelijke
zaken. De historische spits van deze regel is het
afbakenen van kerkelijke aangelegenheden tegenover
overheidsbemoeienis. Dit sluit aan bij A4.1 over het eigen recht
van de kerken. Onder kerkelijke zaken vallen uiteraard
geloofszaken, maar evenzeer zaken van interne kerkelijke
organisatie.
b. de kerkelijke vergaderingen behandelen deze zaken op
geestelijke wijze. De KO1978 gebruikt hier voor de tweede
maal de aanduiding kerkelijk: ‘op kerkelijke wijze’. Wij
prefereren hier ‘geestelijk’.
4. E2.3 legt de basis voor verdere uitvoeringsregelingen. Een bepaling als art. 34 KO1978 over de preses is in meerdere opzichten gedateerd. Voorschriften voor de vergaderwijze van de kerkelijke vergaderingen behoeven niet in de tekst van de KO zelf te staan.