C8 kerkelijke
registratie
1. De kerkenraad zorgt voor een goede registratie van hen die als
doopleden of belijdende leden tot de gemeente behoren en van hen
die als gastleden een plaats hebben in het gemeentelijk
leven.
2. De geregistreerde gegevens worden uitsluitend voor kerkelijke
doelen gebruikt.
3. Voor het kerklidmaatschap gelden het burgerlijk domicilie en
de classicaal vastgestelde kerkgrenzen als
uitgangspunt.
1. C8.2 biedt in verband met de bescherming van persoonsgegevens een waarborg aan de kerkleden, zodat hun gegevens niet voor andere dan kerkelijke doeleinden kunnen dienen.
2. C8.3 sluit aan bij het gangbaar kerkrecht. Zie over de achtergronden en argumenten van het territoriaal principe van kerkvorming de dissertatie van Luttikhuis, Een grensgeval. Oorsprong en functie van het territoriale beginsel in het gereformeerde kerkrecht, Gorinchem 1992, te vinden op www.kerkrecht.nl. De GS Amsterdam 1936, Acta art. 62, formuleerde het burgerlijk domicilie als uitgangspunt. Maar tot nu toe spreekt de kerkorde er niet over. Ontwikkelingen van de laatste decennia maken het wenselijk de bestaande principes in de kerkorde duidelijk vast te leggen.
3. De bepaling over kerkgrenzen in C8.3 sluit aan bij art. 39 KO1978, dat tot nu toe de basis is voor onderlinge grensafspraken tussen de kerken.