D8 voorbede en vermaan door
de gemeente
1. Wanneer een belijdend lid of dooplid ondanks het vermaan
hardnekkig in zijn zonde blijft volharden, gaat de kerkenraad
over tot publieke tuchtoefening door bekendmaking aan de
gemeente. Hiervoor is de instemming van de classis vereist.
2. Bij deze mededeling worden de zondaar en zijn verharding aan
de gemeente bekend gemaakt met de oproep om voor hem te bidden en
hem aan te sporen tot bekering.
3. De kerkenraad kan zijn oproep aan de gemeente herhalen zo vaak
als hij dit nodig en vruchtbaar oordeelt.
4. Wanneer de zondaar tot bekering komt, deelt de kerkenraad de
verzoening in een kerkdienst op passende wijze aan de gemeente
mee.
|63|
1. Bij de ‘publieke censuur’, de mededeling aan de gemeente, is vervallen de afkondiging-zonder-naam uit art. 77 KO1978. Dat betekent niet dat deze nu verboden is; wel dat ze niet langer in de KO wordt voorgeschreven als afkondiging die plaats moet vinden vóór de naam van de zondaar aan de gemeente wordt bekendgemaakt. Vooral in kleine, overzichtelijke gemeentes werkt de afkondiging- zonder-naam immers als een raadsel: men gaat vermoeden om wie het gaat, raadt soms verkeerd (met vervelende gevolgen voor die ander), soms ook goed. In het laatste geval staat de afkondiging vrijwel gelijk aan een afkondiging met naam, echter zonder het toezicht van de classis. Bovendien brengt het de gemeente in verlegenheid: we (denken te) weten wie de zondaar is, maar mogen hem er niet op aanspreken, want officieel weten we van niets.
2. In plaats van de afkondiging-zonder-naam is nu de mogelijkheid opgenomen om de afkondiging-met-naam te herhalen: art. D8.3.