[WO-1: G4 vertegenwoordiging
G4.1 In het statelijk rechtsverkeer wordt een kerk in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee of meer personen die daartoe bij schriftelijk besluit van de kerkenraad met diakenen zijn aangewezen en gevolmachtigd.
G4.2 In het statelijk rechtsverkeer wordt de classis respectievelijk synode in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee of meer van haar deputaten die daartoe bij hun instructie dan wel bij nader schriftelijk besluit van de classis respectievelijk synode zijn aangewezen en gevolmachtigd.
G4.3 De vertegenwoordiging in het statelijk rechtsverkeer in en buiten rechte van bijzondere kerkelijke organisaties en kerkelijke instellingen, als bedoeld in art. E8.3, wordt geregeld in hun statuut.]

|164|

[WO-2: G4 vertegenwoordiging
G4.1 In het statelijk rechtsverkeer wordt een kerk in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee of meer personen die daartoe bij schriftelijk besluit van de kerkenraad met diakenen zijn aangewezen en gevolmachtigd.
G4.2 In het statelijk rechtsverkeer wordt de classis respectievelijk synode in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee of meer van haar deputaten die daartoe bij hun instructie dan wel bij nader schriftelijk besluit van de classis respectievelijk synode zijn aangewezen en gevolmachtigd.
G4.3 De vertegenwoordiging in het statelijk rechtsverkeer in en buiten rechte van bijzondere kerkelijke organisaties en kerkelijke instellingen, als bedoeld in art. E8.3, wordt geregeld in hun statuut.]

G4 vertegenwoordiging
G4.1 Ten behoeve van het statelijk rechtsverkeer gelden de volgende vertegenwoordigingsregels in en buiten rechte:
a. een kerk wordt vertegenwoordigd door twee of meer personen die daartoe bij schriftelijk besluit van de kerkenraad zijn aangewezen en gevolmachtigd;
b. de classis respectievelijk de particuliere synode wordt vertegenwoordigd door twee of meer deputaten of andere personen die daartoe bij hun instructie of bij schriftelijk besluit zijn aangewezen en gevolmachtigd;
c. de gezamenlijke Gereformeerde Kerken in Nederland worden vertegenwoordigd door twee of meer deputaten of andere personen die daartoe door de generale synode bij hun instructie of bij schriftelijk besluit zijn aangewezen en gevolmachtigd
.
G4.3 De vertegenwoordiging in het statelijk rechtsverkeer in en buiten rechte van bijzondere kerkelijke organisaties en kerkelijke instellingen, als bedoeld in art. E8.3, wordt geregeld in hun statuut.

Toelichting G4

1. Wij hebben G4.1 en G4.2 geherformuleerd in samenhang met de drie categorieën van G3.1 en ondergebracht in één nieuw G4.1. Materieel zijn er geen wijzigingen aangebracht.

2. In G4.1 is “de kerkenraad met diakenen” vervangen door “de kerkenraad”. Hiermee is een inconsistentie verdwenen. In G4.1 is de PS weer vermeld.

3. Voor een goed begrip van de materie maken we nog enkele opmerkingen ter toelichting.

(a) Artikel G3 en G4 hebben beide betrekking op het optreden in het statelijke rechtsverkeer. Rechtspersoonlijkheid is een civielrechtelijk begrip. Vertegenwoordiging idem. Het gaat hier dus niet over de intern-kerkelijke verhoudingen die worden beheerst door kerkelijk recht.

(b) Het begrip vertegenwoordiging speelt m.b.t. de meerdere vergaderingen in tweeërlei opzicht een rol. Dit hangt samen met het bijzondere karakter van deze vergaderingen, de voorbijgaande aard zoals hierboven al aangeduid in aantek. 4 bij G3.

Ten eerste is er de algemene noodzaak van vertegenwoordiging, die bij elke rechtspersoon geldt. Een rechtspersoon is nu eenmaal een rechtspersoon en geen natuurlijke persoon. Bij iedere rechtspersoon bestaat de noodzaak van vertegenwoordiging, dus ook bij de kerk, de classis, de PS en de GS als lichamen waarin de kerken zijn verenigd.

|165|

Ten tweede geldt dan bij de meerdere vergaderingen de extra reden dat zij als vergaderingen worden geopend en gesloten c.q. als vergaderingen niet permanent bestaan. Er is dus een extra vertegenwoordigingsnoodzaak aanwezig gedurende de tijd dat de kerken niet in meerdere vergadering bijeen zijn.

De vertegenwoordiging van de kerk, de classis, de PS en de GS is te allen tijde nodig. De gedachte dat de meerdere vergaderingen als lichamen van de kerken die in haar verenigd zijn alleen vertegenwoordigd behoeven te worden gedurende de periode dat zij niet in vergadering bijeen zijn, is juridisch niet juist. Gedurende deze ‘interim-periodes’ geldt de tweede vertegenwoordigingsgrond als hierboven genoemd als extra ratio. Maar ook als de meerdere vergaderingen daadwerkelijk in vergadering bijeen zijn, moeten zij nog steeds als lichamen van de kerken die in haar verenigd zijn vertegenwoordigd worden op de eerste vertegenwoordigingsgrond. Het zijn en blijven immers rechtspersonen!

Of de meerdere vergaderingen, die in vergadering bijeen zijn, haar deputaten aanwijzen als vertegenwoordigers dan wel anderen, bijvoorbeeld de preses en scriba van de vergadering, staat ter beslissing aan de meerdere vergaderingen zelf. Het meest voor de hand ligt om deputaten hiervoor aan te wijzen, maar verplicht is dit niet. De tekst van G4.1 laat beide mogelijkheden open.


Rapport dHKO (2012)


RAPPORT BIJ
Kerkorde GKv (2014) G85