[WO-1: E6
kerkvisitatie
E6.1 Jaarlijks vindt namens de classis de kerkvisitatie
plaats.
E6.2 De visitatie is gericht op het adviseren, vermanen en
aansporen van de ambtsdragers met het oog op de vrede en de
opbouw van de gemeente.
E6.3 Voor de visitatie wijst de classis een college van
visitatoren aan dat bestaat uit twee predikanten en twee
ouderlingen. Hun taken en werkwijze worden geregeld in een
visitatiereglement.
E6.4 Desgevraagd bieden visitatoren hulp bij moeiten of
conflicten in een gemeente.]
[WO-2: E6
kerkvisitatie
E6.1 Jaarlijks vindt namens de classis in elke kerk de
kerkvisitatie plaats.
E6.2 De visitatie is gericht op het adviseren, vermanen en
aansporen van de ambtsdragers met het oog op de vrede en de
opbouw van de gemeente.
E6.3 Voor de visitatie stelt de classis een college van
visitatoren aan, waarvan de taken en de werkwijze worden
vastgelegd in een regeling.
E6.4 Desgevraagd bieden visitatoren hulp bij moeiten of
conflicten in een gemeente.]
E6 kerkvisitatie
E6.1 Jaarlijks vindt namens de classis in elke kerk de
kerkvisitatie plaats.
E6.2 De visitatie is gericht op het adviseren, aansporen en vermanen van
de ambtsdragers met het oog op de opbouw van de gemeente en de vrede
tussen de kerken.
E6.3 Voor de visitatie stelt de classis een college van
visitatoren aan, waarvan de taken en de werkwijze worden
vastgelegd in een regeling.
E6.4 Desgevraagd bieden visitatoren hulp bij moeiten of
conflicten in een gemeente.
|136|
1. De artikelen 41 en 44 KO1978 richten zich behalve op de verhoudingen binnen de gemeente ook op het onderling functioneren van de kerken in het kerkverband. De nieuwe formulering in E6.2 geeft hier invulling aan. Te denken valt aan het toezien op de naleving van de kerkelijke regelingen en besluiten (A3.2), maar ook op de directe onderlinge verhoudingen tussen gemeenten.
2. Zoals het een opgaaf kan zijn om jaarlijks huisbezoek te brengen, zo is het blijkens de reacties ook niet steeds eenvoudig om jaarlijks visitatie te doen. Toch is het zinvol de jaarlijkse norm te handhaven en uit te voeren.
3. Met de commentaren delen wij overigens de overtuiging dat de visitatie gebaat is bij ervaren visitatoren. De bepaling daarover in art. 44 KO1978 bleek onvoldoende effectief; onze aanpak in WO-1 bleek volgens de reacties niet haalbaar voor de verschillende classes. We concluderen dat kwaliteit niet per kerkorde is af te dwingen; de classes zullen zelf hier attent moeten zijn.
4. Art. 44 KO1978 bevat de verplichting aan visitatoren om schriftelijk rapport uit te brengen. Uiteraard is dit van belang. Deze bepaling hoort volgens ons echter thuis in de uitvoeringsregeling (E6.3).