[WO-1: E9 andere kerken in
Nederland
E9.1 De kerken werken landelijk in samenspreking en
correspondentie aan kerkelijke eenheid die in Gods Woord is
verankerd en gestalte krijgt in plaatselijke wederzijdse
herkenning en erkenning.
E9.2 De kerkenraden dragen bij contact en samenwerking met andere
kerken zorg voor goede communicatie met de gemeente en met de
classis. Bij gewichtige beslissingen is de instemming van beide
nodig, een en ander volgens de generale regeling.
E9.3 In contacten met kerken en groepen waarmee geen
overeenstemming in geloven en belijden bestaat, komen de
gereformeerde kerken op voor de gezonde bijbelse leer en
weerleggen en bestrijden zij dwaling en misverstand.
E9.4 De kerken geven in het bijzonder aandacht en hulp aan
groepen en gemeenschappen van christenen die zich van buiten
Nederland hier hebben gevestigd.]
[WO-2: E9 andere kerken in
Nederland
E9.1 De kerken werken landelijk in relaties met andere
kerkgemeenschappen aan kerkelijke eenheid die in Gods Woord en de
gereformeerde belijdenis is verankerd.
E9.2 De kerkenraden dragen bij contact en samenwerking met andere
kerken zorg voor goede communicatie met de gemeente en met de
classis. Bij gewichtige beslissingen is de instemming van beide
nodig, een en ander volgens de generale regeling.
E9.3 In contacten met kerken en groepen waarmee nog geen
overeenstemming in geloven en belijden bestaat, komen de kerken
op voor de gezonde bijbelse leer.
E9.4 De kerken tonen betrokkenheid bij gemeenschappen van
christenen die zich van buiten Nederland hier hebben
gevestigd.]
|143|
E9 andere kerken in Nederland
E9.1 De kerken werken
in relaties met andere kerkgemeenschappen aan
kerkelijke eenheid die in Gods Woord en de gereformeerde
belijdenis is verankerd.
E9.2 De kerkenraden dragen bij contact en samenwerking met andere
kerken zorg voor goede communicatie met de gemeente en met de
classis. Bij gewichtige beslissingen is de instemming van de gemeente en de
goedkeuring van de classis nodig, een en ander
volgens de generale regeling.
E9.5 Wanneer een
samenwerkingsgemeente tot stand komt, bepalen de kerkenraden
gezamenlijk welk kerkelijk recht van toepassing zal
zijn.
E9.3 In contacten met kerken en groepen waarmee nog geen
overeenstemming in geloven en belijden bestaat, komen de kerken
op voor de gezonde bijbelse leer.
E9.4 De kerken tonen betrokkenheid bij gemeenschappen van
christenen die zich van buiten Nederland hier hebben gevestigd.
1. Terecht is opgemerkt dat de doelstellingen van E9.1 niet alleen landelijk van belang zijn. Ook plaatselijk gelden dezelfde criteria. Het woord “landelijk” is daarom vervallen.
2. In de Werkorde maken we terminologisch onderscheid tussen de “instemming van de gemeente” en de “goedkeuring door de classis”. Zo ook in E9.2.
3. Er is gevraagd om de “samenwerkingsgemeente” een plaats te geven in de KO. Daar is inderdaad reden toe, omdat de kerkordes en daarmee samenhangende regelingen van de verschillende kerkverbanden, waaraan een dergelijke samenwerkingsgemeente is verbonden, niet in alles gelijk lopen. Er moet dus een keuze worden gemaakt voor het toepasselijke kerkelijk recht. Het resultaat is een nieuw lid E9.5.
4. Een aantal reacties ziet spanning tussen het ‘strakke’ E9.1 en het ‘soepele’ E9.3. Wat ons betreft is die spanning er niet. In E9.1 gaat het om het doel dat we nastreven: het gaat niet slechts om sociale contacten, maar om het zoeken van ieder die van Christus is. E9.3 doet daar niets van af, maar maakt wel duidelijk dat de zoektocht breder gaat dan wat al is bereikt.
5. E9.4 wordt door sommigen als ‘politiek correct’ beschouwd. Verder vindt men de gekozen termen redelijk vaag. We kunnen dit toe stemmen. Deze kleur mag echter niet worden gemist op het palet van de verschillende soorten van kerkelijke relaties in binnen- en buitenland: ze dreigt anders nog meer tussen wal en schip te verdwijnen. De vaagheid van de gekozen termen weerspiegelt de realiteit: er valt nog weinig te regelen, want er is op dit vlak nog weinig tot stand gebracht.