L.S.
De schrijver van dit werk, Prof. Dr H. Bouwman, is het vorige jaar in de maand Februari afgeroepen van zijn post hier op aarde, en bevorderd tot het hemelleven, dat veel beter is dan het leven op deze aarde.
Hij had hier echter nog willen blijven ter wille van zijn werk. Zijn Kerkrecht zou hij gaarne nog uitgegeven zien en het was zijn uitgesproken bedoeling dit dan op te dragen aan de Hoogeschool te Papa (Hongarije), welke hem haar eere-doctoraat had verleend. De Heere heeft het echter anders beschikt, en de pen aan zijn hand ontnomen.
Na het overlijden van Prof. Bouwman heeft Mevrouw Bouwman mij gevraagd het tweede Deel van het Gereformeerd Kerkrecht te willen nazien. Ik heb dit met genoegen gedaan, vooral, omdat heel de kopie klaar lag. Alleen één stuk ontbrak: n.l. over de verhouding van Kerk en Overheid. Voorzoover mij bekend is, heeft Prof. Bouwman hierover nooit college gegeven, zoodat we deze lacune niet konden aanvullen. Maar behalve de §§ over de verhouding van Overheid en Kerk staat in dit tweede (en laatste) Deel alles wat Prof. Bouwman er in heeft willen hebben.
Dit werk is voor onze kerkeraden een werk van beteekenis en vooral geschikt om bestudeerd te worden door de ouderlingen en dienaren des Woords. Prof. Bouwman heeft verschillende vragen bezien in historisch licht, gaat na hoe de toestanden op een bepaald punt waren in de 16e en de 17e eeuw, vraagt wat Voetius zei, en wat Rutgers’ opinie was, en heeft ons zoo een Kerkrecht gegeven dat verschillende practische vragen beantwoordt in het licht van de historie.
Dit geeft aan dit boek een betrekkelijk objectief karakter.
Met bizondere waardeering maak ik melding van hetgeen Ds O. Bouwman van Zaltbommel voor de uitgave heeft gedaan. Hij heeft ook de drie uitvoerige Registers saamgesteld.
Moge Gods zegen op dit werk in ruime mate rusten.
T. Hoekstra.
Kampen,
Op den dag, voorafgaande
aan het Eeuwgetijde der
Afscheiding — 13 Oct. 1934.