Hoofdstuk II. Van de plaatselijke kerk

B. Van de Kerkeraadsleden

Aan predikanten, die door ziekte, invaliditeit of ouderdom niet meer in staat zijn hun werk te verrichten, wordt door de plaatselijke kerk met medewerking van de algemeene vergadering emeritaat verleend met behoud van hun recht tot bediening van hun ambt.
De kerken erkennen haar verplichting om voor het levensonderhoud der emeriti-dienaren, alsmede voor dat der weduwen en weezen der predikanten behoorlijk zorg te dragen.
Zij verbinden zich tegenover elkander om gezamenlijk de kosten te dragen, welke hieraan verbonden zijn.
De gezamenlijke kerken stellen voor de uitvoering van deze bepaling een nadere regeling vast.