Artikel 131
De kerken zullen de correspondentie met de Hoge Overheid onderhouden door middel van deputaten, overeenkomstig de door de generale synode vastgestelde bepalingen.

 

Correspondentie met de Hoge Overheid

In het vorige artikel ontbreekt bij Overheid een nadere bepaling. Er kan zowel de plaatselijke als de regionale en de landsoverheid onder worden verstaan. Het bedoelde getuigenis behoeft niet uitsluitend tot de Hoge Overheid

|461|

te worden gericht. Het kan gebeuren dat een kerkeraad aanleiding vindt om over een bepaalde plaatselijke situatie zich te wenden tot de Overheid ter plaatse met een getuigenis. In artikel 131 wordt echter uitsluitend de Hoge Overheid bedoeld. Zij alleen wordt met zovele woorden hier genoemd.

De zaak die in dit artikel wordt geregeld, is niet nieuw. Reeds jarenlang zijn de kerken gewoon naar het hier bepaalde te handelen. Diverse generale synoden hebben ter zake bepalingen gemaakt en regelingen vastgesteld. Maar de oude kerkorde zelf bevatte dienomtrent geen enkele voorziening. 

De bepaling die terzake een plaats heeft gevonden in de herziene kerkorde, draagt een louter formeel karakter. Er wordt met geen woord gerept over het wezen van de verhouding tussen kerk en Hoge Overheid en evenmin wordt aangegeven, welke elementen van die verhouding deel uitmaken. De bepaling volstaat met te zeggen, dat de kerken met de Hoge Overheid correspondentie onderhouden en dat deze correspondentie door middel van deputaten der generale synode wordt geoefend, in overeenstemming met door diezelfde synode vastgestelde bepalingen.

Geheel bevredigen kan een dergelijke opzet niet. Het heeft echter dit voordeel, dat de bepaling telkens de benodigde vulling kan ontvangen uit de synodale bepalingen en dat zij niet van tijd tot tijd, in verband met wisselende omstandigheden en opdrachten, wijziging behoeft te ondergaan. Buitendien weegt hier het bovenbedoelde bezwaar niet zo ernstig, omdat de aangelegenheden, die tussen de kerken en de Hoge Overheid aan de orde komen, in sterke mate een louter formeel karakter dragen. Zo kan worden genoemd de mededeling van de instituering van kerken; van de naamsverandering, welke een kerk soms meent te moeten aanbrengen; het overbrengen van stukken, welke de Overheid ter kennis wenst te brengen van de kerken en haar vergaderingen. Het heeft weinig zin in de kerkorde van die en dergelijke punten een opsomming te geven.

De hier bedoelde deputaten van de generale synode zijn de gewone instantie, door middel waarvan niet alleen de generale synode zelf, maar eveneens alle kerken en kerkelijke vergaderingen eventuele zaken aanhangig kunnen maken bij de Hoge Overheid. Aan de andere kant is het ook regel, dat de Hoge Overheid via deze deputaten zich wendt tot de kerken, indien zij mededelingen heeft te doen of inlichtingen behoeft dan wel vragen beantwoord wenst te hebben, betrekking hebbende op het kerkelijk leven. 

Voor de volledigheid zij nog opgemerkt, dat die deputaten, gelijk alle deputaten der synode, gebonden zijn aan een instructie en van hun handelingen verantwoording verschuldigd zijn aan de synode. De gedachte die soms wordt geopperd, als zouden zij zelfstandigheid bezitten, is geheel uit de lucht gegrepen. Trouwens, de zaken welke door hen behartigd moeten worden, zijn volstrekt niet van die aard, dat zij de kans hebben invloed te oefenen op de wezenlijke zaken van de kerkregering of zelfs maar van het kerkelijk beleid.

|462|

Het is gewoonte dat uit deze deputaten één of meer zitting hebben in het Contact in overheidszaken, waarin vrijwel alle kerken in Nederland vertegenwoordigd zijn. In dit Contact worden gemeenschappelijke belangen, die de kerken tegenover de Overheid hebben, besproken en behartigd.