Artikel 46
1. Elke meerdere vergadering zal worden samengeroepen door de kerk, welke daartoe in haar laatstgehouden bijeenkomst is aangewezen.
2. Op de kerkeraad van de samenroepende kerk rust de zorg voor de voorbereiding van de desbetreffende bijeenkomst. Hij kan daarbij advies vragen aan de classis, indien de particuliere synode, en aan de particuliere synode, indien de generale synode moet worden samengeroepen.

|179|

Samenroeping van de meerdere vergaderingen

Artikel 46 handelt over de wijze, waarop een meerdere vergadering tot stand komt. Zij moet altijd worden samengeroepen door een daarvoor aangewezen instantie. De voorstelling is dus niet deze, dat zij als zodanig bestand zou hebben en bevoegdheid zou hebben zichzelf te doen samenkomen op door haar willekeurig te bepalen tijdstippen. Zij heeft niet aan één stuk door zitting, met door haarzelf vast te stellen onderbrekingen. Maar zij komt gedurende een bepaalde, kortere of langere periode, bijeen om daarna uiteen te gaan; zal zij opnieuw kunnen samenkomen, dan is het nodig, dat zij opnieuw wordt geconstitueerd en voor dit doel opzettelijk samengeroepen.

In dit patroon van de meerdere vergadering is door de herziene kerkorde geen wijziging aangebracht. Zij sluit zich in dit opzicht volledig aan bij de oude. Naar mijn mening zouden wij met de goede beginselen van het kerkrecht niet in strijd behoeven te komen, wanneer deze zaak anders werd geregeld. Ik acht het niet onmogelijk, dat onze kerken op de duur tot een andere regeling zullen moeten besluiten, willen zij haar taak op een in onze tijd efficiënte wijze volvoeren. Maar dit is een punt, dat nu buiten beschouwing kan blijven om de eenvoudige reden dat de herziene kerkorde in haar regeling het oude patroon intact heeft gelaten.

In de oude kerkorde wordt de bedoelde zaak niet in één afzonderlijk artikel geregeld. Men vindt daarin echter een voorziening ter zake voor elk van de meerdere vergaderingen afzonderlijk. Voor wat betreft de classis gebeurt dit in artikel 41, voor wat betreft de particuliere en de generale synode gebeurt dit in artikel 47 van de oude kerkorde. Men kan daarbij bovendien nog de artikelen 45 en 50 betrekken, inzoverre als ook daar een enkel element voorkomt met betrekking tot het onderhavige punt. Ik acht het niet nodig die artikelen hier letterlijk aan te halen, en volsta met een blote verwijzing.

Niet alleen in het patroon van de meerdere vergadering werd door de herziene kerkorde geen wijziging aangebracht. Maar ook in dit opzicht bleef het bij het oude, dat er voor het samenroepen van elke meerdere vergadering een bepaalde kerk moet worden aangewezen. Natuurlijk zou men met het behoud van het bedoelde patroon dit punt ook anders hebben kunnen regelen. Maar men heeft daar geen behoefte aan gevoeld. De ervaring heeft geleerd, dat het samenroepen van de meerdere vergadering door een bepaalde kerk allerlei voordelen heeft en gunstig werkt.

Zowel de classis als de particuliere en de generale synode worden door een bepaalde kerk, uit de aard der zaak gelegen binnen het ressort van de desbetreffende vergadering, samengeroepen. Welke kerk dat zal zijn, moet door die meerdere vergadering zelf worden uitgemaakt. Er staat in het eerste lid van dit artikel, dat zij in haar laatstgehouden bijeenkomst de aanwijzing van die bepaalde kerk moet doen. Het spreekt vanzelf, dat zulks niet behoeft uit te sluiten, dat de desbetreffende meerdere vergadering ter zake een vaste regeling treft en een soort van rooster opmaakt, volgens

|180|

welke het samenroepen door de respectieve kerken in haar ressort zal geschieden. Het is zelfs niet uitgesloten, dat zij aan één bepaalde kerk de bedoelde taak duurzaam opdraagt. Op verschillende manieren kan de uitvoering van die zaak in de huishoudelijke regeling der meerdere vergadering worden geregeld.

Het tweede lid brengt nog een nadere aanwijzing voor de taak der samenroepende kerk. Het behoeft geen verder betoog, dat de uitvoering van die taak toekomt aan haar kerkeraad, die immers de leiding der gemeente heeft. Zo rust op de kerkeraad de zorg voor de voorbereiding van de desbetreffende bijeenkomst der meerdere vergadering. Aan deze algemene bepaling staat nog een nadere bepaling toegevoegd, die misschien als overbodig beschouwd zou kunnen worden vanwege haar vanzelfsprekendheid, maar die blijkbaar opgenomen is voor de bewaring van de continuïteit met de oude kerkorde. Want aan het slot van artikel 47 hiervan staat bepaald, dat in het scheiden, zowel van de particuliere als van de generale synode, een kerk moet worden verordend, die last hebben zal om met advies van de classis de tijd en de plaats van de naaste synode te stellen.

Voorts wordt in artikel 50 aan de samenroepende kerk, voor het geval de generale synode binnen de normale termijn moet worden samengeroepen, opgedragen tijd en plaats der bijeenkomst te bepalen met advies of onder goedkeuring van haar particuliere synode. Het verschil in de herziene kerkorde is alleen, dat er thans niet meer sprake is van een voorschrift. De kerkeraad is niet verplicht het bedoelde advies te vragen, maar hij heeft het recht desgewenst in voorkomende gevallen daartoe te besluiten. Deze wijziging mag worden geacht in overeenstemming te zijn met de praktijk, die zich in feite heeft ontwikkeld. Ook zonder het opzettelijk gevraagde advies van classis of particuliere synode is de kerkeraad wel in staat de hem in dit opzicht opgedragen taak na te komen. Alleen wanneer er zich bijzondere omstandigheden voordoen en de kerkeraad zich geplaatst ziet voor onvoorziene moeilijkheden, dient hij te weten de weg ter oplossing daarvan. Er moet dan geen twijfel bestaan over de vraag, welke instantie in een zodanig geval de kerkeraad behoort te adviseren. Ten aanzien van het samenroepen der particuliere synode is die instantie de classis, en ten aanzien van het samenroepen der generale synode is het de particuliere synode.

Men kan de vraag stellen, of de aanwijzing van de particuliere synode als adviserende instantie wel van genoegzaam praktische zin getuigt. Het is immers zo, dat zij slechts eens in het jaar bijeenkomt en een kerkeraad dus niet gemakkelijk haar kan raadplegen. Ik wil niet ontkennen dat uit deze regeling soms bezwaren kunnen voortkomen. Maar er staat tegenover, dat het raadplegen der particuliere synode voor dit doel alleen in bijzondere omstandigheden zal gebeuren. Deze zullen dan het samenroepen van een aparte particuliere synode in buitengewone zitting gewoonlijk voldoende rechtvaardigen.

Wat de taak van de voorbereiding van de bijeenkomst der meerdere

|181|

vergadering inhoudt, wordt niet nader omschreven. Daartoe behoort de vaststelling van tijd en plaats, gelijk in de oude kerkorde uitdrukkelijk staat vermeld. Maar er is uit de aard der zaak meer dan tijd en plaats alleen, wat regeling behoeft. Beter dan in dat opzicht te trachten een opsomming van werkzaamheden te geven is het, gelijk hier wordt gedaan, de taak van de voorbereiding in het algemeen te noemen. Alles wat er eventueel in dat opzicht te verrichten valt, wordt daarmede aan de bedoelde kerkeraad opgedragen.

Volgens de oude kerkorde behoort tot die taak eveneens het zorg dragen hiervoor, dat de acten der voorgaande bijeenkomsten van classes en synoden op de naastkomende worden besteld. Dit vindt men daar in artikel 45 voorgeschreven. Terecht is die bepaling niet in de herziene kerkorde overgenomen. De voorziening in de daarin bedoelde zaak is thans op een andere wijze dan eertijds geregeld. Wij mogen aannemen, dat de huishoudelijke regeling van de meerdere vergaderingen over die zaak het nodige zal bevatten. In verband met bepalingen ter zake van het moderamen en van het archief moeten de kerkelijke vergaderingen daaraan aandacht schenken.