|375|

225. Mag een predikant de pastorie verhuren, als hij elders woont?

 

(1887.)

374. Gaarne beantwoord ik uwe vragen, voor zooveel mij dit mogelijk is zonder kennis van lokale regelingen.

In gemeenten met meer dan één predikant regelt zich gewoonlijk de ouderdom naar den diensttijd in de gemeenten, en wordt alzoo van zelf (in gemeenten van twee predikanten) de jongste de oudste, wanneer er eene vacature komt. In zake tractement en emolumenten komt hij dan ook in de plaats van den oudsten; tenzij hieromtrent andere plaatselijke regeling bestaat. Dit doet ook niet te kort aan het recht der gemeente om haar eigen leeraar te kiezen, daar immers die jongste ook door de gemeente gekozen was. Oudste of jongste, is doorgaans alleen eene quaestie van tractement en emolumenten.

Indien een predikant de voor hem aangewezen pastorie niet bewoont, kan hij die zeker niet verhuren zonder toestemming van kerkvoogden. Misschien zijn kerkvoogden wel bevoegd, zelve te verhuren. Of die huur ten bate van den predikant komt, hangt meest af van plaatselijke regeling en onderhandsche afspraak.

Intusschen zou ik altijd raden, op zulke punten geen kerkelijken strijd te beginnen. Nu overal de geestelijke strijd gevoerd wordt; nu het gaat om de vraag wat het hoogste is: Gods Woord of Synodale reglementen; nu er moet gekozen worden tusschen den Heere en de menschen; — moet de hoofdzaak ook hoofdzaak blijven, en moet op dat geestelijke punt alle kracht gericht worden.


Rutgers, F.L. (1922)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 83