120. Kan iemand, die echtscheiding aanvroeg wegens verlating, tot het doen van belijdenis worden toegelaten?

 

(1914.)

199. Voor zooveel ik het geval, waarover ge mij schrijft, uit uwe mededeelingen kan beoordeelen, zie ik geen reden, waarom de door u bedoelde vrouw niet zou worden toegelaten tot belijdenis des geloofs en tot het H. Avondmaal. Zulk een reden ligt er zeker niet in het feit, dat zij, nu reeds een aantal jaren geleden, wegens de door u genoemde omstandigheden van haar man gescheiden is. Zelfs al was dit geschied wegens hare zonden, dan zou daaruit toch niet kunnen volgen, dat zij hier op aarde nooit meer tot de kerkelijke gemeenschap was toe te laten, en dus tot haren dood toe in den toestand van een geëxcommuniceerde zou moeten blijven.


Rutgers, F.L. (1922)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 61