Actueel
Blog
Video
Organisatie
Profiel
Personen
Fondsen
Deddens kerkrechtstichting
Netwerk en partners
Onderzoek
Onderzoeksprogramma
Publicaties
Lopend promotieonderzoek
Promoveren
Onderwijs
Deddenskamer
D. Deddenskamer
Detmer Deddens
Publicaties van Detmer Deddens
Stichting ‘Prof. Detmer Deddens Kerkrecht Centrum’
Kennisbank
Kerkgemeenschappen
Historisch kerkrecht
Commentaren
Civiel recht
Kerkordes
Bibliotheek
Boeken en brochures
Losse artikelen uit boeken
Artikelen uit tijdschriften
Artikelen uit kerkelijke bladen
Downloads (acta)
Downloads (niet acta)
Materiaal elders online
Trefwoorden
English
Actueel
Blog
Video
Organisatie
Profiel
Personen
Fondsen
Deddens kerkrechtstichting
Netwerk en partners
Onderzoek
Onderzoeksprogramma
Publicaties
Lopend promotieonderzoek
Promoveren
Onderwijs
Deddenskamer
D. Deddenskamer
Detmer Deddens
Publicaties van Detmer Deddens
Stichting ‘Prof. Detmer Deddens Kerkrecht Centrum’
Kennisbank
Kerkgemeenschappen
Historisch kerkrecht
Commentaren
Civiel recht
Kerkordes
Bibliotheek
Boeken en brochures
Losse artikelen uit boeken
Artikelen uit tijdschriften
Artikelen uit kerkelijke bladen
Downloads (acta)
Downloads (niet acta)
Materiaal elders online
Trefwoorden
English
Rutgers, F.L.
Kerkelijke Adviezen II
Genre:
Literatuur
Kampen
J.H. Kok
1922
86. Mag de Doopsbediening alleen op Zondag plaats hebben? >
Rutgers, F.L. (1922)
86. Mag de Doopsbediening alleen op Zondag plaats hebben?
87. Moeten de kinderen den eersten Zondag na de geboorte gedoopt worden, of mag men op het herstel der moeder wachten?
88. Mag een aangenomen kind of een stiefkind gedoopt worden, indien de ouders niet tot de Gereformeerde kerk behooren, of niet tot het H. Avondmaal zijn toegelaten?
89. Mag een kind, waarvan men niet weet of de ouders Christenen zijn, gedoopt worden op verzoek van een pleegvader?
90. Mogen kinderen, wier ouders uit de ouderlijke macht ontzet zijn, en al dan niet ook geëxcommuniceerd, op verzoek van hun Gereformeerden voogd gedoopt worden?
91. Kunnen bij den Doop van kinderen, die onder voogdij der diakonie staan, nog „getuigen” toegelaten worden?
92. Mogen kinderen, wier moeder overleden, en wier vader wegen een rechterlijk vonnis voortvluchtig is, op verzoek van den grootvader gedoopt worden?
93. Mag aan een kind, welks ouders om finantieële redenen nog niet samenwonen, de Doop geweigerd worden?
94. Mag de Doop van een kind, welks ouders vroeger verzuimden Doopsbediening aan te vragen, geweigerd worden?
95. Hoe te handelen bij den Doop van onechte kinderen?
96. Mag een onecht kind gedoopt worden, als de moeder weigert den vader te noemen?
97. Mag aan een onecht kind de doop onthouden worden, indien de grootvader weigert als getuige op te treden, terwijl de grootmoeder hiertoe wel bereid is?
98. Is openbare schuldbelijdenis der moeder als voorwaarde te stellen voor den Doop van haar onecht kind?
99. Mag een kind, welks vader wegens dronkenschap gecensureerd is, terwijl de moeder niet tot de Gereformeerde kerk behoort, gedoopt worden?
100. Mag een gecensureerde een kind ten Doop presenteeren en op de vragen antwoorden?
101. Mag een niet-Gereformeerde vader in de kerk bij den Doop van zijn kind mee de vragen beantwoorden?
102. Mogen ouders, die hun oudere kinderen naar de openbare school zenden, bij den Doop van een jonger kind zelf op de Doopvragen antwoorden?
103. Hoe te handelen met een Hervormd „Dooplid” die overschrijving verzoekt in het Doopboek der Gereformeerde kerk? En hoe te handelen ten aanzien van den Doop zijner kinderen?
104. Kunnen ouders, die nog niet tot het H. Avondmaal zijn toegelaten (Doopleden) zonder „getuige” hun kind laten doopen?
105. Is het van belang wie een kind ten Doop houdt?
106. Is er bezwaar tegen het gebruik van het woord „Amen” na den Doop?
107. Over het Formulier om den Heiligen Doop aan de kinderen te bedienen volgens de Flakkeesche uitgave van de Liturgie.
108. Welke leeftijdsgrens moet voor den kinderdoop gesteld worden?
109. Hoe te handelen bij den Doop van idioten?
110. Welke is de kerkelijke positie van volwassen „Doopleden?”
111. Welke Doop moet als Christelijke Doop erkend worden?
112. Mag de Doop in een Hervormde kerk bediend „tot den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes” erkend worden?
113. Is de nooddoop, in de Roomsche kerk door den vader van een kind bediend, geldig?
114. Mag een Gereformeerd arts een Roomschen „nooddoop” bedienen?
115. Hoe te handelen indien bij verandering van grenzen tusschen twee kerken, leden der eene kerk, die daardoor bij de andere zouden komen, toch hun kinderen in de vroegere kerk laten doopen?
116. De aanneming tot lidmaat in Gereformeerden zin.
117. Kan een vrouw, die na gedwongen huwelijk om finantiëele redenen nog bij haar ouders inwoont, tot het doen van belijdenis worden toegelaten, na schuldbelijdenis?
118. Moet een ongehuwde moeder schuldbelijdenis doen vóór zij tot het doen van belijdenis kan worden toegelaten?
119. Kan een meisje, dat zich met een ongeloovigen man in het huwelijk wil begeven, tot het doen van belijdenis toegelaten worden?
120. Kan iemand, die echtscheiding aanvroeg wegens verlating, tot het doen van belijdenis worden toegelaten?
121. Mag iemand, gehuwd met een gescheiden man, zonder schuldbelijdenis tot het doen van belijdenis worden toegelaten?
122. Mag iemand met uiterst geringe verstandelijke ontwikkeling tot het doen van belijdenis en het Heilig Avondmaal toegelaten worden?
123. Mag een kerkeraad weigeren iemand tot het doen van belijdenis en tot het H. Avondmaal toe te laten, indien deze wel altijd ’s Zondags te dier plaatse is, maar werkkring en domicilie elders heeft; of ook indien deze, werkkring en domicilie te dier pla
124. Hoeveel tijd moet er verloopen tusschen de publieke afkondiging en het doen van openbare belijdenis?
125. Mag bij het doen van belijdenis de belofte gevraagd worden, dat men geregeld het H. Avondmaal zal gebruiken?
126. Mag men leden van andere kerkelijke gezindten in dezelfde plaats als gasten aan ’t H. Avondmaal toelaten?
127. Mogen Gereformeerden uit een plaats, waar nog geen Gereformeerde kerk is, in een naburige kerk aan het H. Avondmaal komen?
128. Mag een belijdend lid eener andere kerk, die door force majeur (oorlog) geen attestatie kan overleggen, aan het Heilig Avondmaal deelnemen?
129. Moet de kerkeraad iemand, die nooit aan het Heilig Avondmaal komt, den toegang tot het Avondmaal ontzeggen?
130. Mag men gasten aan het Avondmaal toelaten?
131. Moet iemand, die uit een andere kerk tot de Gereformeerde kerk overgaat, opnieuw openbare belijdenis afleggen?
132. Indien de Avondmaalsbediening twee malen op één Zondag plaats heeft, moet dan ook telken male het formulier gelezen worden? En wordt het van den preekstoel of aan tafel gelezen?
133. Waar moeten de ouderlingen bij de Avondmaalsbediening zitten?
134. Welke formule moet bij het uitreiken van brood en wijn gebruikt worden?
135. Wie moet de schalen en bekers doorgeven, indien de Avondmaalsbediening in de banken plaats heeft?
136. Mag in inrichtingen voor zieken, ouden, enz. het Heilig Avondmaal bediend worden? En mogen aan zulke Avondmaalsbediening ook andere verpleegden, niet-leden der Gereformeerde Kerk, deelnemen?
137. Mag in den kring eener conferentie het Avondmaal bediend worden?
138. Voor welk doel moet de opbrengst der Avondmaalsbussen bestemd worden?
139. Mag een huwelijk met broeders- of zusterskind, met weduwe van den broeder, met neef of nicht, kerkelijk bevestigd worden?
140. Mag een weduwnaar met zijn stiefdochter huwen?
141. Mogen gemengde huwelijken kerkelijk bevestigd worden?
142. Mag het huwelijk van een belijdend lid der kerk met een dooplid, die ter slechter naam en faam bekend staat, kerkelijk bevestigd worden?
143. Mag bij de kerkelijke bevestiging van een gemengd huwelijk de eisch gesteld worden, dat de kinderen in de Gereformeerde kerk gedoopt moeten worden?
144. Mag een nieuw huwelijk van iemand, die (al dan niet om geldige redenen) gescheiden is, door de kerk erkend, of kerkelijk bevestigd worden?
145. Mag het huwelijk met een ongedoopte kerkelijk bevestigd worden?
146. Mag het huwelijk van twee Hervormden in de Gereformeerde kerk bevestigd worden?
147. Mag de kerkeraad na zonde tegen het 7de gebod door ongehuwden een huwelijk eischen?
148. Mag een gedwongen huwelijk kerkelijk bevestigd worden?
149. Moet een gedwongen huwelijk op Zondag bevestigd worden?
150. Op welken dag moet de kerkelijke huwelijksbevestiging plaats hebben?
151. Wie behoort bij den kerkeraad de huwelijksbevestiging aan te vragen?
152. Mag een kerkelijke huwelijksbevestiging door een ouderling geschieden?
153. Mag een predikant van een andere kerkelijke gemeenschap een huwelijk bevestigen in de Gereformeerde kerk?
154. Mag men bij een huwelijksbevestiging uit het formulier iets weglaten?
155. Hoe moet een kerkelijke huwelijksbevestiging „bij volmacht” plaats hebben?
156. Mag een Gereformeerd predikant een huwelijk bevestigen in het Ned. Herv. kerkgenootschap of in de Chr. Geref. kerk?
157. Mag een huwelijk met een meisje, dat schuldig is aan zonde tegen het 7de gebod, kerkelijk bevestigd worden?
158. Is echtscheiding ongeoorloofd, tenzij alleen om hoererij?
159. Is echtscheiding wegens „kwaadwillige verlating” of wegens mishandeling geoorloofd?
160. Moet iemand, die Zondagsarbeid verricht, gecensureerd worden?
161. Is critiek van gemeenteleden op de prediking en bezwaar daartegen reden tot censuur?
162. Mag men iemand censureeren, omdat hij zijn kinderen naar de openbare school zendt?
163. Hoe te handelen bij klachten tegen een ouderling over persoonlijke zaken?
164. Kan bij geschillen in handelszaken tusschen leden der gemeente de Kerkeraad optreden?
165. Hoe te handelen met iemand, die in zondige gemeenschap met een vrouw levend, door middel van leugen echtscheiding verkreeg, en daarna met deze vrouw huwde?
166. Moeten leden der Gereformeerde kerk, die geregeld elders kerkgaan, of weinig in de kerk komen, gecensureerd worden, of ook geëxcommuniceerd?
167. Hoe wordt de kerkelijke tucht toegepast over doopleden?
168. Moet iemand, die één keer in een zonde valt gecensureerd worden?
169. Moeten leden der kerk, die wegens baptistische gevoelens hun kinderen ongedoopt laten, tenslotte geëxcommuniceerd worden?
170. Moeten leden, die wegens gemoedsbezwaren over handelingen van den kerkeraad, het Avondmaal verzuimen, gecensureerd worden?
171. Moeten leden, die zich tijdelijk afzonderen van de kerk om afzonderlijke bijeenkomsten te houden, gecensureerd worden?
172. Hoe moet een predikant handelen, wanneer hèm alleen bekend is, dat er aan een te bevestigen huwelijk zonde tegen het 7de gebod voorafging?
173. Moet na kermisbezoek door de schuldigen belijdenis worden gedaan voor den kerkeraad of voor den predikant?
174. Wanneer na „geheime” zonde, bij de eerste vermaning aanstonds boetvaardigheid komt, is er dan nog reden voor censuur?
175. Kan iemand, wien het deelnemen aan het H. Avondmaal ontraden is, daarvan op de Classe appelleeren?
176. Is bij zonde tegen het 7de gebod, die erkend en bij velen bekend is, kerkelijke behandeling en censuur noodig?
177. Moet iemand, die voornemens is een gemengd huwelijk aan te gaan, gecensureerd worden?
178. Moet iemand, die met een dronkaard wil huwen, gecensureerd worden?
179. Moeten gemeenteleden, die in de Hervormde kerk geregeld kerken en daar zelfs aan het Avondmaal deelnemen, gecensureerd worden?
180. Moet een Gereformeerde, die organist is in een Luthersche kerk, en daardoor slechts zelden ter kerk komt, gecensureerd worden?
181. Moet iemand, die met zijn huishoudster trouwt, schuldbelijdenis doen wegens „schijn des kwaads”?
182. Kan de censuur na zonde tegen het 7de gebod opgeheven worden, zonder dat de gecensureerde met de moeder van zijn kind huwt?
183. Moet bij gedwongen huwelijk de openlijke schuldbelijdenis wachten tot de huwelijksbevestiging, of tot de openbare belijdenis des geloofs (bij doopleden), of tot den Doop van het kind?
184. Moet bij schuldbelijdenis na censuur de zonde zelve beleden, of moet er een bepaalde opsomming zijn van verschillende geboden, waartegen gezondigd werd?
185. Moet van de opheffing van censuur na schuldbelijdenis voor den kerkeraad, aan de gemeente mededeeling gedaan worden of moet die schuldbelijdenis in het openbaar herhaald worden?
186. Moet na schuldbelijdenis de censuur terstond opgeheven worden?
187. Zijn doopleden toe te laten tot openbare schuldbelijdenis na ergerlijke zonde?
188. Welke is de volgorde der censuur in art. 76 en 77?
189. Mogen degenen, die van het Heilig Avondmaal zijn afgehouden, deelnemen aan kerkelijke verkiezingen?
190. Wanneer moet een opgelegde censuur publiek gemaakt worden?
191. Hoe moeten de namen der gecensureerden, of dergenen, die daarna op den eersten trap van excommunicatie geplaatst worden, genotuleerd worden?
192. Mag een meisje wegens verbreking van hare verloving gecensureerd worden?
194. Hoever moet de censuur gaan tegenover gehuwden, die weigeren samen te wonen?
193. Mag een Gereformeerde moeder of vader, die deelneemt aan den Doop van haar (zijn) kind in de Hervormde kerk, gecensureerd worden?
195. Welke vermaningen behooren aan excommunicatie vooraf te gaan?
196. Mag bij ergerlijke en opzienbarende zonde terstond worden overgegaan tot den eersten trap van excommunicatie, met overslaan van de censuur?
197. Moet aan het absoluut karakter der excommunicatie vastgehouden worden?
198. Moet in grootere gemeenten de excommunicatie in alle kerkgebouwen geschieden?
199. Mag in tuchtzaken de kerkeraad beslissen tegen het advies der Classe?
200. Moeten de namen van leden, die zich aan de kerk onttrekken, bekend gemaakt worden?
201. Mag een lid, of een gecensureerde, die zijn lidmaatschap opzegt, daarna nog als lid behandeld worden?
202. Mag men leden der kerk schrappen uit het lidmatenboek?
203. Op welke wijze kan een gecensureerde, die zich deswege gedurende jaren aan de gemeenschap der kerk onttrok, weer tot volle gemeenschap toegelaten worden?
204. Op welke wijze kan een geëxcommuniceerde, die sinds zijne excommunicatie naar een andere plaats verhuisde, weer tot de gemeenschap der kerk toegelaten worden?
205. Welke censuur is in art. 81 K.O. bedoeld?
206. Hoe te handelen met een gecensureerd lid der gemeente, die van elders overkomt?
207. Mag een kerkeraad weigeren een lid, dat van elders komt, en gecensureerd zou moeten worden, in te schrijven?
208. Mag een kerkeraad weigeren een attestatie aan te nemen, tot degene, die haar indient, trouw ter kerk komt?
209. Mag men eene attestatie naar elders vragen, als men niet verhuist?
210. Bij welke kerk behoort iemand, die verhuist zonder attestatie aan te vragen?
211. Mag een attestatie zonder adres worden afgegeven?
212. Wanneer een kerk, die vroeger bij een naburige kerk inwoonde, zelfstandig wordt, komen dan hare leden door attestatie van de vroegere kerk, waar ze inwoonden, of door overschrijving op het nieuwe lidmatenboek?
213. Indien iemand Zondags geregeld elders vertoeft dan waar hij in de week zijn werk heeft, waar behoort hij dan als lid te boek te staan?
214. Waar moet een predikant, die buiten de eigenlijke grens zijner gemeente woont, zijn attestatie indienen?
215. Kan iemand, die Hervormd wil worden, daartoe eenig attest of attestatie van zijn kerkeraad krijgen?
216. Moet een attestatie aan den betrokkene zelf gegeven of aan den kerkeraad, waarheen hij gaat, gezonden worden?
217. Indien een diakonaal ondersteunde met goedvinden der diakonie naar een andere kerk verhuist, mag dan die kerk de attestatie weigeren? En op wie rust de plicht tot verdere ondersteuning?
218. Over verkiezing en samenstelling der Commissie van Beheer.
219. Heeft de kerkeraad of het bestuur „kerkelijke kas” zeggenschap over de gebouwen?
220. Welke is de positie, bevoegdheid enz. der „Commissie van Contrôle” bij ’t kerkelijk beheer?
221. Over de verhuring van zitplaatsen in de kerk.
222. Over vrijwillige diensten in de kerk.
223. Wie regelt de collecten, verhuring van zitplaatsen, enz.?
224. Bevoegdheid van kerkeraad en gemeente ten opzichte van traktementsverhooging.
225. Mag een predikant de pastorie verhuren, als hij elders woont?
226. Hoe moet het, als de kerkelijke administratie van de Diakonie geld leende?
227. Moet de gemeente inzage hebben van de finantiën der Diakonie?
228. Mag een kerk onroerend goed, haar onder zekere voorwaarden gelegateerd, verkoopen?
229. Hoe moet het gaan met de bezittingen eener Gereformeerde kerk, die ophoudt te bestaan?
230. Hoe moet de opheffing der Vereeniging „de kerkelijke kas” geschieden?
231. Mag een Gereformeerde kerk eene leening sluiten met wie ook?
232. Wie moet bij uitgifte van een leening ten bate eener Gereformeerde kerk de obligaties teekenen?
233. Mag men op weekdagen in de kerk muziekuitvoeringen geven?
234. Over het kerkelijk handboekje.