100. Mag een gecensureerde een kind ten Doop presenteeren en op de vragen antwoorden?

 

(1893.)

168. Natuurlijk kan een gecensureerde een kind niet ten Doop presenteeren. Maar in het bedoelde geval doet de vader dit immers reeds? Dus behoeft de moeder het zeker niet te doen. Rest de vraag, of haar kan toegelaten worden, toch mede de vragen te beantwoorden. Hiertegen zou ik geen bezwaar zien, mits dan terstond daarop door den predikant aan de gemeente worde duidelijk gemaakt, dat het kind kan gedoopt worden op de stipulatie van den vader, en dat aan de moeder slechts vergund is, de vragen mede te beantwoorden en zichzelve ook daardoor te verbinden

|46|

tot hetgeen toch reeds hare roeping was, zij het ook, dat de kerk aan haar antwoord op zichzelf niet genoeg zou hebben, daar de kerkeraad in de treurige noodzakelijkheid was, haar tijdelijk buiten de volle kerkelijke gemeenschap te plaatsen. Ik bedoel niet, die woorden juist te gebruiken; maar iets dergelijks. En dan zou ik aan de moeder vooraf zeggen, dat ik zóó tot haar spreken moest, omdat zij nu eenmaal niet als ongerept lid in de gemeente kan optreden; opdat zij niet later zegge: had ik dat geweten, dan ware ik liever thuis gebleven. — Intusschen zijn er ook kerken, waar men een gecensureerde in ’t geheel niet tot antwoorden toelaat, en ook daarvoor is iets te zeggen. De kerkeraad moet in dezen beslissen. In geen geval echter kan de gecensureerde mede het kind presenteeren, d.w.z. als gerechtigde de stipulatie aangaan.


Rutgers, F.L. (1922)


KERKELIJK ADVIES BIJ
Kerkorde GKN (1905) Art. 57