|78|
§ 22.
Kerkbestuur.
In de voorstelling van het Bestuur der Nederlandsche Hervormde Kerk zal het noodig zijn, dat wij bij de kerkelijke Collegiën of Vergaderingen en derzelver Leden ons bepalen, aan wie een of ander gedeelte van het Kerkgezag is toevertrouwd of aanbevolen. — Van dezelve zijn onderscheiden die kerkelijke personen, welke afzonderlijk en niet als Leden der Collegiën of Vergaderingen werkzaam zijn. Zoo zullen de bijzondere betrekkingen der Predikanten, Ouderlingen en Diakenen eerst door ons worden ontwikkeld, waar wij over de kerkelijke personen handelen, terwijl derzelver meer algemeene betrekking van Leden des Kerkeraads, als van een kerkelijk Collegie, hier vermeld worden. Wij onderscheiden daarom hier de kerkelijke vergaderingen van bestuur, en derzelver Leden als zoodanig, b.v. Secretarissen, Quaestors, enz. van de kerkelijke personen, waar zij niet als Leden der Vergaderingen, maar afzonderlijk, optreden.