|43|
Art. 50
1. Elke particuliere synode vaardigt een diaken af naar de generale synode. (1962, 1971/2)
2. De samenroepende kerk heeft het recht advies te vragen aan de leden van het moderamen van de voorgaande synode. Zij zal overleg plegen met de quaestor inzake de kosten van voorbereiding. (1959)
3. De raad van de samenroepende kerk laat een voorlopig agendum drukken waarop melding wordt gemaakt van alle door hem ontvangen instructies, rapporten en ingekomen stukken, met uitzondering van bezwaarschriften, protesten enz. (1885, 1959)
4. Na advies van het moderamen beslist de synode of de aan haar gerichte stukken in haar plenaire zitting zullen worden voorgelezen. (1959)
5. De synode regelt bij het begin van haar werkzaamheden de positie van de eerste en tweede scriba; zij verzoekt de kerken die zij dienen, hen voor een bepaalde tijd vrij te stellen van hun gemeentelijke arbeid opdat zij binnen de kortst mogelijke tijd hun door de synode opgedragen taak kunnen volbrengen en machtigt het moderamen de daartoe strekkende maatregelen te nemen. (1953, 1966)
6. De synode heeft het recht in comité te vergaderen, doch zal van dat recht niet meer dan noodzakelijk is gebruik maken. Het op de synode in comité behandelde mag op een vergadering van de particuliere synode medegedeeld worden, mits deze daarbij ook zelf in comité vergadert. (1885)
7. Aan verzoeken van de pers om toegang tot de openbare zitting van de synode te ontvangen, kan worden voldaan onder voorwaarde dat het moderamen gerechtigd is ten aanzien van bepaalde zaken geen publicatie toe te staan, alsmede dat, indien het moderamen
|44|
van oordeel is dat bepaalde publicaties onjuist zijn, de pers verplicht is rectificatie op te nemen in het eerstvolgende nummer van het blad waarin deze publicatie werd opgenomen. Voorzover het geen comité-zaken betreft mogen de verslaggevers inzage ontvangen in de ingediende en in te dienen rapporten. (2001)
8. Ingeval besluiten worden genomen waaraan financiële consequenties zijn verbonden, zal de synode daarvan kennis geven aan de quaestor met het oog op de door hem in te dienen begroting. (1959, 1965/6)
9. In de synode-kosten draagt elke particuliere synode naar evenredigheid bij.
10. Het moderamen zal zo spoedig mogelijk na sluiting van de synode de kerkenraden in kennis stellen van belangrijke besluiten. (1956)
11. De leden van het moderamen zullen na sluiting van de synode als haar deputaten de kerk vertegenwoordigen of doen vertegenwoordigen in gevallen die niet behoren tot de competentie van andere deputaatschappen. (1959)
12. Deputaatschappen waarin ook gedeputeerden benoemd zijn door de particuliere synoden, zullen een jaaroverzicht betreffende hun arbeid aan het begin van elk jaar zenden aan de kerkenraden. (1959)
13. De daarvoor in aanmerking komende deputaatschappen zullen aan elke classis dusdanige inlichtingen verschaffen dat deze inzicht ontvangt in de stand van de collecten in haar ressort. (1965/6)
14. De deputaatschappen zijn verplicht voor elke vacature, die al dan niet volgens de in hun instructie vastgelegde orde van aftreden in hun deputaatschap ontstaat, een voorstel voor vervulling daarvan (bij voorkeur via een tweetal) bij het moderamen in te dienen. Deze voordracht dient uiterlijk aan het begin van de eerste volle zittingsweek bij het moderamen middels een afzonderlijk schrijven ingediend te worden. Bij de voordracht zal gerekend worden met de voorwaarde dat de genoemde kandidaat, indien het een predikant betreft, minimaal drie jaar in het ambt staat. Ook zullen deputaten zich ervan vergewissen dat de kandidaat lid in volle rechten van een plaatselijke Chr. Geref. kerk is. De synode heeft het recht in alle gevallen waarbij het gaat om benoeming van personen een voorstel tot wijziging of aanvulling in te dienen.
15. De zittingsduur van een deputaat blijft, afhankelijk van de aard en omvang van het deputaatschap, beperkt tot 9, 12 of 15 jaar. (1992)
16. Deputaatschappen welker besluiten belangrijke consequenties hebben voor de kas van de generale synode, zullen in dezen overleg plegen met de quaestor. (1959)
17. Voor de jaarlijkse controle van de financiële administratie en de jaarstukken van de quaestor en van de deputaatschappen benoemt de synode een door haar geïnstrueerd deputaatschap voor financiële zaken. (1950)
18. Een algemeen beroep op de offervaardigheid der kerken voor
|45|
onderdelen van enige kerkelijke arbeid mag alleen worden gedaan door of met instemming van de daarvoor bestaande deputaatschappen. (1968/9)