|45|
Art. 51
Er wordt onderscheid gemaakt tussen volledige en beperkte correspondentie met buitenlandse kerken.
A. Volledige correspondentie omvat:
1. het over en weer aanvaarden van elkaars attestaties;
2. het voor elkaar openstellen van de avondmaalstafel;
3. het openstellen van de kansels voor bezoekende
predikanten wanneer deze tijdens een verblijf in Nederland
slechts wensen voor te gaan in de Christelijke Gereformeerde
Kerken in Nederland;
4. het over en weer beroepbaar stellen van elkaars
predikanten;
5. het raadplegen van elkaar inzake ingrijpende maatregelen
zoals bijvoorbeeld eventuele herziening van belijdenis of
kerkorde, uitbreiding van correspondentie of vermindering ervan,
enz.;
6. het zo mogelijk bijwonen van elkaars synoden door middel
van afgevaardigden, die een adviserende stem kunnen hebben;
7. het aan elkaar toezenden van de acta van de synoden;
8. het bieden van geestelijke steun bestaande in:
a) het onder de aandacht brengen van elkaars geestelijke en
kerkelijke problemen met wederkerige pogingen tot hun
schriftuurlijke oplossing;
b) het elkaar waarschuwen ten opzichte van geestelijke
gevaren die opkomen, zich verbreiden en de kerk van Christus
willen beheersen;
|46|
c) het oefenen van correctie op elkaar in liefde bij verslapping
ten opzichte van de belijdenis en de praktijk des geloofs eenmaal
de heiligen overgeleverd;
9. gemeenschappelijke activiteiten in gebieden waarvoor een
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid geldt, waarbij o.a.
gedacht kan worden aan het bieden van stoffelijke steun en
samenwerking of overleg inzake zending, theologische opleiding
e.d.
B. Beperkte correspondentie omvat:
1. het voor elkaar openstellen van de avondmaalstafel;
2. het openstellen van de kansels voor bezoekende
predikanten wanneer deze tijdens een verblijf in Nederland
slechts wensen voor te gaan in de Christelijke Gereformeerde
Kerken in Nederland;
3. het zo mogelijk bijwonen van elkaars synoden door middel
van afgevaardigden, die een adviserende stem kunnen hebben;
4. het aan elkaar toezenden van de acta van de synoden;
5. het bieden van geestelijke steun, bestaande in:
a) het onder de aandacht brengen van elkaars geestelijke en
kerkelijke problemen met wederkerige pogingen tot hun
schriftuurlijke oplossing;
b) het elkaar waarschuwen ten opzichte van geestelijke gevaren
die opkomen, zich verbreiden en de kerk van Christus willen
beheersen;
c) het oefenen van correctie op elkaar in liefde bij verslapping
ten opzichte van de belijdenis en de praktijk des geloofs eenmaal
de heiligen overgeleverd;
6. gemeenschappelijke activiteiten in gebieden waarvoor een
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid geldt, waarbij o.a.
gedacht kan worden aan het bieden van stoffelijke steun en
samenwerking of overleg inzake zending, theologische opleiding,
e.d. (1995)