|52|
Art. 63
Indien de behoefte daaraan blijkt, is het geoorloofd dat de
plaatselijke kerk het heilig avondmaal bedient in verpleeghuizen,
zorgcentra en stichtingen binnen het ressort van deze kerk, mits
de bepalingen van de kerkorde en de volgende voorwaarden in acht
genomen worden:
1. zolang de verzorgden of verpleegden die de behoefte aan
de bediening van het avondmaal kenbaar maken, nog op enigerlei
wijze zelfstandig of met behulp van anderen de gewone bediening
van het avondmaal in het midden der gemeente kunnen meemaken, zal
geen afzonderlijke bediening van het avondmaal voor hen worden
gehouden;
2. de noodzaak voor de bediening van het avondmaal aan
verzorgden of verpleegden in tehuizen of stichtingen zal moeten
blijken uit de behoefte daaraan die door henzelf bij de
kerkenraad kenbaar wordt gemaakt, waarbij de kerkenraad zich moet
overtuigen dat de begeerte naar het gebruik van het sacrament
voortkomt uit een ernstige behoefte om door het ontvangen van het
avondmaal het geloof te sterken;
3. de bediening van het avondmaal mag niet het karakter
dragen van een individuele bediening;
4. elke dienst waarin het avondmaal wordt bediend aan leden
van de kerk in tehuizen en stichtingen, zal een officiële dienst
zijn onder leiding van de plaatselijke kerkenraad, waarbij naast
een voldoend aantal ambtsdragers ook de gemeente aanwezig is, zij
het dan ook in beperkte mate, en aan de avondmaalsviering kan
deelnemen;
5. een kerkenraad kan gasten die geen lid zijn van de
Christelijke Gereformeerde Kerken, tot een viering van het
avondmaal toelaten wanneer zij:
a. belijdenis des geloofs hebben afgelegd en derhalve gerechtigd
zijn in de eigen gemeente avondmaal te vieren;
|53|
b. in de eigen gemeente niet onder kerkelijke tucht staan;
c. bij de kerkenraad vooraf de wens te kennen geven van het
gastrecht gebruik te maken. Hierbij geldt dat de eigenlijke
toetsing en afweging van de situatie waarin en de omstandigheden
waaronder een gast om toegang tot het avondmaal vraagt, aan de
bereffende kerkenraad blijft. (2004)