De generale synode zal naar de regel eenmaal in de drie jaren
vergaderen, tenzij er gewichtige redenen zijn om eerder bijeen te
komen. Naar deze vergadering worden uit elke particuliere synode
zes dienaren des Woords en zes ouderlingen afgevaardigd. Indien
de generale synode naar het oordeel van tenminste twee
particuliere synoden binnen de drie jaar moet worden
samengeroepen, dan heeft de daartoe aangewezen roepende kerk de
taak, met advies en goedkeuring van haar particuliere synode,
tijd en plaats daarvan vast te stellen.
Aan het einde van de vergadering zal een kerk worden aangewezen
om de volgende synode samen te roepen.