^|1|

Het kerkelijk ambt

 

Ter inleiding

I. De dienst van mensen
1. Ambtsdragers
2. ‘Leken’

II. Ambt of dienst?

III. Schrift en traditie
1. De normerende en critische functie der Schrift
2. Het Oude en het Nieuwe Testament
3. De gang der geschiedenis

IV. Ambten en diensten onder Israël
1. De kerk onder het Oude Testament
2. Profeten
3. Priesters
4. Richters, koningen, oudsten
5. Schriftgeleerden en wetgeleerden; de synagoge
6. Andere figuren
7. Oud Testamentische titels in het Nieuwe Testament

V. De apostelen
1. Jezus — profeet, koning, herder, priester
2. De roeping der twaalf
3. De roeping van Paulus
4. Petrus en Paulus
5. Het werk der apostelen

VI. Charisma’s, diensten en ambten in de tijd der apostelen
1. Verscheidenheid van gaven
2. Profeten
3. Evangelisten
4. Andere apostelen dan de twaalf den Paulus
5. Herders en leraren
6. Oudsten, opzieners
7. De ‘zeven’
8. Diakenen
9. De oudsten te Jeruzalem
10. Charisma en ambt
11. Een visioen

VII. De ambten in de Oude Kerk en in de Rooms-Katholieke Kerk
1. De Oude Kerk
2. De Rooms-Katholieke Kerk

VIIa. De ambten in de kerk der reformatie
1. Luther en Calvijn
2. De Gereformeerde Kerk
3. De dienaar des Woords
4. Profeten en profetie
5. De Doctor
6. Superintendent en bisschop
7. De moderator
8. De ouderling
9. De diaken
10. Onzekerheid omtrent het diakenambt

^|2|

VIII. Karakteristiek van het ambt
1. Een ‘definitie’
2. Het apostelambt
3. Het ‘ambt’ der gelovigen
4. Apostolaat en pastoraat
5. Geest, Woord en Ambt
6. De ambten representeren Christus
7. Het ambt in de gemeente
8. Het ambt ‘tegenover’ de gemeente
9. Ambt en gezag
10. Ambt en orde

IX. De ambtsdrager
1. Verkiezing en bevestiging
2. Een bijzondere genade
3. Aanvechting en geloof
4. Zonder vertoon
5. Verval

X. Ambt en kerkdienst
1. De kerkdienst in de Bijbel
2. De gemeente en de kerkdienst
3. Andere samenkomsten van gemeenteleden
4. De bediening van het Woord
5. De Schriftlezing
6. De dienst der gebeden
7. De bediening der sacramenten
8. De kerkdienst en de ouderlingen
9. De kerkdienst en de diakenen
10. Het votum en de zegen

XI. De vergadering der ambtsdragers
1. Collegialiteit
2. Pluraliteit
3. De presbyteriaal-synodale kerkinrichting
4. Geen hiërarchie
5. De ambten bijeen
6. Algemene kerk en plaatselijke gemeenten
7. De ‘meerdere’ vergaderingen
8. Een eigen functie
9. Charisma en ambt
10. Bezwaren
11. De leiding van de Geest
12. De gebrokenheid van het ambt

XII. De ambten in de Nederlandse Hervormde Kerk
1. Dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen
2. Verkondigen, herderlijk leiden, offeren
3. De ambten van Christus en de ambten in de kerk
4. De Nieuw-Testamentische veelheid van diensten en gaven
5. De predikant
6. De predikant en de algemene kerk
7. De beroeping van de predikant
8. De toga

^|3|

9. De dorsende os niet muilbanden
10. De dominee
11. De zendingspredikant
12. De predikant-evangelist
13. De ouderling
14. De ouderling-kerkvoogd
15. De diaken
16. De kenmerken van het ambt in de Ned. Hervormde Kerk

XIII. Bijzondere en buitengewone werkzaamheden
1. De predikant voor bijzondere werkzaamheden
2. De predikant voor buitengewone werkzaamheden
3. Op de grens van het ambt
4. Het ambtelijke en het charismatische

XIV. Bevestiging en handoplegging
1. De handoplegging
2. De bevestiging van de ouderling en van de diaken
3. Handoplegging door ouderlingen en diakenen

XV. De tijdelijkheid van het ambt
1. De beperkte duur der ambtsbediening
2. Gods eeuwigheid en onze tijd
3. De herbevestiging
4. Heeft het ambt een character indelebilis?

XVI. De ‘bediening’ in de Nederlandse Hervormde Kerk
1. De organen van bijstand
2. Bediening en ambt
3. Onvoldoende samenwerking
4. De hulpprediker
5. De prediking van het evangelie door de hulpprediker
6. De beroeping van een hulpprediker tot dienaar des Woords
7. De opleiding
8. De vicaris

XVII. Het ambt en de vrouw
1. Het besluit der generale synode in 1957
2. De dienst der vrouw in de kerk volgens de bijbel
3. De veranderende maatschappelijke positie der vrouw
4. Spontaneïteit en ambtelijkheid
5. De vrouw als het beeld der gemeente
6. Tijd-gebondenheid?
7. Toelating van de vrouw tot het ambt van ouderling en diaken
8. Een noodsituatie
9. Een impasse
10. De laatste verantwoordelijkheid
11. De stroefheid in het kerkelijk bestel
12. Andere kerken.

XVIII. Episcopaal of presbyteriaal?
1. Het sacrament der wijding
2. De essentiële functie van het profetisch-apostolisch getuigenis
3. De apostolische successie en de reformatie
4. De additionele wijding
5. De oecumene

Enige litteratuur

---