|5|

Inhoud

Inhoudsopgave — 5

M.E. Brinkman en A. Houtepen
Inleiding — 7

A. Houtepen
Episkopè — 14

A. Houtepen
Het bisschopsambt in de vroege kerk — 21

A. Angenendt
De vroeg-middeleeuwse context van bisschop en paus — 41

M. Hauser
De ambtsopvatting van Huldrych Zwingli — 54

A.H.C. van Eijk
Oecumenische dialogen over episkopè en het bisschopsambt — 71

A. Houtepen
De oecumenische gestalte van het bisschopsambt — 81

J. Visser
De bisschop praktisch-theologisch bezien — 90

M.E. Brinkman
Het ambt als heilzaam symbool in onze cultuur — 97

M. den Dulk
De verzoeking Christus te representeren — 115

M. Gosker
Ambt als Christusrepresentatie — 130

A.H. Looman-Graaskamp
Het ambt, in en uit de tijd — 146

|6|

H.A. Speelman
De zin van het ambt in de kerk — 174

L.J. Koffeman
Gelukkige inconsequentie — 185

S.E. Hof
Wat heet bisschoppelijk? — 205

F. van der Pol
Kerkhereniging, een vroeg-zeventiende-eeuws model — 219

A. Houtepen
Zusterkerken: een waarlijk conciliaire episkopè 231

M. Nijkamp
Basis-behoefte — 237

A.H.C. van Eijk
Het ambt naar een katholiek gezichtspunt — 241

F.G. Immink
Waarom drie ambten in de gemeente? — 250

J. Kronenburg
Een ‘episco-presby-gational’ kerkmodel — 258

M.E. Brinkman en A. Houtepen
Epiloog — 266

Beknopte bibliografie — 275

Personalia — 283