9. De vader des kints dat te doopen is sal in sonderheyt bij den
Doop wesen, tenware dat hij een wichtighe oorsake sijns affwesens
hadde.28
Opdat hij voor sijn kint bidde ende hetselvighe den Heere
opdraghe ende belove te doen ’tghene dat hem van den
kerckendienaer voorghehouden wordt, volghende het formulaer, in
de bedieninghe des Doops ghestelt.
Dogh de ghetuyghen en sal men soo nauwe niet verbinden maer men
salse hares ampts teghen het kint vermanen.
Ende de ouders, eer sij hare kinderen te Doope brenghen, sullen
bij den kerckendienaer ofte eenen ouderlinck gaen opdat de
ghemeynte kennisse hebben magh van denghenen die ghedoopt worden.
28 De bedoeling van de synode om de vaders direct te betrekken bij de doop van hun kind stuitte op een nog jarenlang durend verzet, vgl. Olthuis, a.w., blz. 192.