1. Om eendrachticheyt in der leere te betuyghen achten wij dat men in allen kercken der Nederlanden de Belijdenisse des gheloofs in seven en dertich artykelen begrepen, in dit jaer 1578 herdruckt21 ende den coninck Philippo over vele iaren overghegheven, onderschrijven sal. Ende ghelijck dit van den dienaren des Woordts ende professoren der theologie ghedaen sal worden, soo ware oock goet dat hetselfde van en ouderlinghen gheschiedde.22
21 Vgl. J.N. Bakhuizen van den Brink, De
Nederlandse Belijdenisgeschriften in authentieke teksten met
inleiding en tekstvergelijkingen, Amsterdam2,
1976, blz. 23.
22 De Waalse kerken stelden voor ook de diakenen de belijdenis te
doen ondertekenen.