Algemene overgangsbepalingen.

B. De commissie van overgang.

De commissie van overgang wordt, behoudens mogelijke verlenging, door de generale synode, van dat tijdvak voor éénmaal met ten hoogste zes maanden, benoemd voor de tijd van 1 Mei 1951—30 April 1952 en komt zo nodig reeds vóór 1 Mei 1951 bijeen, ter regeling van haar toekomstige werkzaamheden.