I. De classicale vergaderingen.
De classicale vergadering kiest zich — onder leiding van de in
leeftijd oudste der aanwezige predikanten — nadat deze met twee
door hem daartoe aangewezen aanwezigen de geloofsbrieven heeft
nagezien, voor het tijdvak van 1 Mei 1951—31 December 1951
een moderamen,
een breed moderamen en
een quaestor,
terwijl het aldus gekozen moderamen tevens als zodanig fungeert
in de vergadering(en) der classis, die krachtens
overgangsbepaling no. 67 worden gehouden.