I. Het verband met andere Kerken.
1. De oecumenische arbeid.
2. De raad voor het verband met andere Kerken.
3. Bijzondere betrekkingen met andere Kerken.
4. De pastorale zorg voor leden van andere Kerken.
5. De pastorale zorg voor de leden van de eigen Kerk in het
buitenland.
6. Gemeenschappelijke synoden of vergaderingen.
II. Hereniging van Kerken.
7. De voorbereiding van een hereniging.
8. Het besluit tot hereniging.