Kemp, E.

17. Oudstenechtparen in de Volle Evangelie Gemeente

1999

|133|

17. Oudstenechtparen in de Volle Evangelie Gemeente

door Els Kemp

 

 

In onze gemeente, de Volle Evangelie Gemeente in Amersfoort, functioneren vier oudstenechtparen. Zij vormen samen het leidinggevend team. In een gemeente is ordening en leiding noodzakelijk, daarom zijn er oudsten nodig. Zij geven leiding in de gemeente, zoals veel andere gemeenteleden op andere terreinen hun steentjes bijdragen (bijvoorbeeld als kringleiders, jeugdleiders of kinderdienstleiders).
Vanuit de gedachte dat in Christus geen onderscheid is tussen man en vrouw, staat bij ons het oudsteschap open voor beide geslachten. En aangezien voor ons ook de huwelijkseenheid veel waarde heeft, is het aanstellen van oudstenechtparen een heel geschikte invulling van het oudsteschap. De oudsten vervullen hun gemeentetaak naast hun gewone baan en/of de zorg voor hun gezien.

Mijn man Ronald en ik zijn zo’n oudstenechtpaar. In december 1991 zijn Ronald en ik in de gemeente ingezegend. Het is begonnen met een verlangen in onze beide harten om de gemeente te dienen. We ervoeren dat we gereed gemaakt en gevormd werden door Jezus Christus. Een in de gemeente uitgesproken profetie trof ons en zette ons aan het denken en bidden. We hebben ons verlangen aan de gemeenteleiding bekend gemaakt. Die reageerde daarop met (h)erkenning. Daarna werd het de gemeente als geheel voorgelegd en werd de gelegenheid geboden bezwaar te maken. Toen daarvan geen gebruik werd gemaakt volgde de inzegening. We vervullen deze taak voor onbepaalde tijd.
We moesten nog wel veel leren, maar we kregen de ruimte om onze eigen plaats te zoeken in de gemeenteleiding. Zo was ik bijvoorbeeld al betrokken bij het kinderwerk. Dat is tot op vandaag een taak voor mij gebleven, maar nu ook als eindverantwoordelijke.

|134|

In onze gemeente kennen we niet zozeer bevoegdheden of ambten, maar meer taken en verantwoordelijkheden die vervuld en gedragen worden. We willen als gemeente een lichaam zijn waarvan Jezus Christus het hoofd is en waarin alle gemeenteleden hun eigen plaats innemen. Het leidinggevend team zorgt binnen dat lichaam voor ordening en koers en doet dat in afstemming en samenspraak met het Hoofd en met de gemeenteleden. De oudste heet een eigen taak, maar is zelf even goed gemeentelid.
Het leidinggevend team vergadert minstens twee maal per maand. Daarbij zijn de mannen én de vrouwen aanwezig. In deze vergaderingen heeft ieder evenveel recht van spreken. Het telt niet of je man of vrouw bent, maar wie je bent in Christus.
Binnen het leidinggevend team zijn de taken verdeeld, maar we zijn samen verantwoordelijk. De vrouwen kunnen in alle taken functioneren. Eén van onze zusters verzorgt een aantal malen per jaar de spreekbeurt in de samenkomst op zondag. De zangdienst, het begin van onze samenkomst, wordt door zowel zusters als broeders geleid. Dit zijn niet per se zusters, of broeders van het leidinggevend team. De zanglied(st)er geeft aan welke liederen we samen zingen en geeft de gedachten door die zij/hij in de voorbereiding kreeg.
We willen graag dat elk gemeentelid tenminste eenmaal per jaar bezoek krijgt van een oudste. Maar daarnaast is onderlinge zorg en aandacht van de gemeenteleden minstens zo belangrijk. We zijn blij met gemeenteleden die uit zichzelf andere broeders en zusters bezoeken. Bij belangrijke en diepgaande zaken kan er altijd overleg zijn met het leidinggevend team.
Vraagt in de gemeente iemand om gebed, dan kan een zuster dit even goed doen als een broeder of ze doen het samen. Het voorbede doen in de zondagse dienst is niet voorbehouden aan de leden van het leidinggevend team. Ook een gemeentelid dat nauw betrokken is bij degene die voorbede vraagt, kan een gebed uitspreken.
Op de doordeweekse gemeentekringen kunnen zowel zusters als broeders leidinggeven of het onderwerp verzorgen. En ook dit kan gedaan worden door zusters en broeders die niet in het leidinggevend team zitten.

Het is heerlijk dat ook vrouwen in het lichaam van Christus hun plaats innemen. Er is geen concurrentie tussen man en vrouw. Er wordt meer gekeken naar geestelijke groei en bekwaamheid. Vrouwen zijn in onze gemeente in de meerderheid. Het zou jammer zijn deze ‘gaven’ niet te benutten. Wel is er de richtlijn in het pastoraat: vrouwen helpen vrouwen, mannen helpen mannen.

Een knelpunt in deze structuur zou kunnen zijn dat een taak niet duidelijk is omlijnd of beschreven. Dat kan onzekerheid geven en de vraag opwerpen:

|135|

zal ik dat doen? Maar het geeft ook ruimte voor groei en ontplooiing vanuit de gedachte: dat is juist iets voor mij.
Het oudsteschap is voor onbepaalde tijd. We weten niet wanneer deze taak stopt. Dat vraagt voortdurende afstemming op God, op de gemeente en op onze eigen (geestelijke) situatie. Er is ruimte voor mijn eigen persoonlijkheid. God geeft in elk mens iets eigens aan de gemeente. Ik wil écht zijn. En ik heb zelf ook ontwikkeling en groei nodig.

Het zal duidelijk zijn dat in onze gemeente anders met de ‘ambten’ wordt omgegaan dan in de gereformeerde kerken. Wij kennen niet zo’n strikt vastgelegde ‘ambtelijke’ structuur. Ik denk dat alleen daardoor al er meer ruimte is voor het functioneren van de vrouw in de gemeente.
Verder is het belangrijk dat wij ervan uitgaan dat het in onze relatie met God niet uitmaakt of we een man of een vrouw zijn (zie Gal. 3: 26-28, 1 Petr. 3: 7, Fil. 4: 3, Hand. 2: 17, 18). Voor Hem zijn we gelijkwaardig en dat gegeven werkt door in de vormgeving van onze gemeente. Wel geldt ook voor ons dat binnen het huwelijk de man het hoofd is en dat de vrouw haar eigen man onderdanig is. De plaats die een getrouwde vrouw in het gemeentewerk inneemt, maar daar niet strijdig mee zijn.

 

Personalia

Els Kemp vormt samen met haar man een van de vier oudstenechtparen van de Volle Evangelie Gemeente in Amersfoort.

|136|