Interfuerunt huic coetui atque subsignaverunt.

Onderteckeninghe tot Embden. Anno 1571.

Iasparus Heydenus, minister Franckendalensis Ecclesiae.
Ioannes Taffinus, Heydelbergensis Ecclesiae Gallicae minister.
Polyander, Embdanae Ecclesiae Gallicae minister.
Hermannus Modet.
Carolus Niellius, Wesaliensis Ecclesiae Gallicae minister.
Sybertus Los, Coloniensis Ecclesiae minister.
Ioannes Hueckelum, Aquisgranensis Ecclesiae minister.
Ioannes Lippius, minister Wesaliensis.
Henricus Holtenus, Ecclesiae Embricensis minister.
Ioannes Woudanus, Antwerpiensis Ecclesiae minister.
Valerius Pauli Tophusanus, Gandavensis minister.
Franciscus Pauli, in Flandria minister.
Ioannes Arnoldi, Amsterodamensis minister.
Petrus Gabriel, Amsterodamensis Ecclesiae minister.
Gisbertus Zythpaeus, Schaganae Ecclesiae minister.
Andreas Cornelii, Brielensis minister.
Clemens Martini, Hornanus minister.
Andreas Theodoricus Castricomius, Frisiae Occidentalis M.
Cornelius Ioannis, Twiscanus minister.
Cornelius Christiani, futurus minister.
Henricus Michaelis, futurus minister.
Iasparus Bigardus, futurus minister.
Ioannes Cocus, in Flandria minister quondam.
Ioannes Ilstanus, in Frisia minister quondam.

Seniores.

Carolus de Noude, Christophorus Becanus, Seniores Ecclesiae Embdana Gallicae.
Ioannes le Roy, Coloniensis.
Hermannus Meranus, Wesaliensis.
Gabriel, Antwerpianus1).


1) De hierboven afgedrukte naamlijst van onderteekenaars staat achter de Emdensche acta in het Boek van P. Cabeljau en in beide Latijnsche afschriften (alleen in dat van J. van Foreest met het boven opgegeven Latijnsche opschrift; het Arnhemsche heeft hetzelfde Hollandsche opschrift als bij Cabeljau). Op alle drie die lijsten staan alle qualiteiten en bijna alle namen in het Latijn; en dan alles geheel gelijkluidend, behalve dat in het Arnhemsche afschrift Carolus de Noville gelezen wordt in plaats van het in de beide anderen staande Carolus de Noude, en dat de naam van Ioannes Arnoldi, Amsterodamensis minister, aldaar is overgeslagen. De verdere zeer kleine verschillen in de spelling van sommige namen, en de ook voorkomende afkortingen van de bijgevoegde qualiteiten, zijn te onbeteekenend om ze hier te vermelden; vooral omdat toch wel geen van die drie afschrijvers de namen met volkomen nauwkeurigheid heeft teruggegeven. Zoo b.v. schrijven alle drie den naam van Moded met eene t als laatste letter, terwijl toch Herman de Stricker zelf zijn gehebraïseerden naam natuurlijk altijd met eene d aan het einde geteekend h eeft. En dergelijke notoire afwijkingen van bekende handteekeningen zijn er in de bovenstaande lijst bij herhaling.