Cap. I. Byzondere Vragen.

Propositioni fratrum Gandavensium et Antwerpiensium, Responsum est: pro grauitate peccati et offendiculi magnitudine, frequenti lapsus iteratione, et ratione locorum, aliarumque circumstantiarum dispiciet et maturo consilio iudicabit consistorium, an quis arcendus sit non solum à coena, sed etiam à coetu in Ecclesiis sub cruce; si quid amplius requiritur, ad classium conventum referetur.

Op de voorstellinge der Broederen van Gent en Antwerpen is geantwoort, dat de Consistorie naar gevoegtheid der zonde, naar de grootheid der ergernisse, naar de feilen dikwils geschieden en vernieuwt worden, en naar de gestalte der Plaatze en andere omstandigheeden overleggen en met rypen raade oordeelen zal, of iemand niet alleen van den Nagtmaale, maar ook van de verzamelinge der Kerken onder het Cruis, zal gehouden worden1), en zoo daar iet meer of voorder vereischt word, zulks zal tot de Classische verzameling uitgesteld worden.


1) Voor de laatste elf woorden heeft J.: von der gemeine auszuschliessen, vnd abzuhalten seie; terwijl de woorden: onder het kruis aldaar gevoegd zijn bij het woord: consistorie.