Cap. I. Byzondere Vragen.

Quaesitum est, quoto gradu affinitatis et consanguinitatis prohibitum sit materimonium, Responsum est, Consultissimum esse, praesertim vbi Magistratus est infidelis, loci leges et consuetudines observare, quandoquidem id sine offensa1) fieri potest, ne matrimonium contra eas contractum à Magistratu declaretur nullum, liberique illegitimi, haereditas alio deferatur vel devoluatur, aliaque eiusmodi mala contingant2).

Daar is gevraagt in hoe veelsten graad der Maagschap en Bloedvriendschap het Huwelijk verbooden is? en is geantwoord, dat het allerbeste is, voornamelyk daar de Overheid ongeloovig is, de Wetten en Ordonnantien van die Plaatze na te volgen, aangezien zulks zonder God te vertoornen geschieden kan, op dat het Huwelyk tegen zoodanige gedaan, van der Overigheid niet voor nietig verklaart en worde, en de Kinderen voor onwettig, en het goed en have niet op een ander vervreemde, en diergelyke dingen daar uit niet ontstaan.


1) Bij F. staat voor de laatste twee woorden: sine Deo offensa.
2) Bij F. staat voor de laatste acht woorden: alio devolvatur, aliaque huiusmodi contingant.