Cap. I. Byzondere Vragen.

Audita expostulatione et petitione vtriusque Ecclesiae Embdanae, promiserunt fratres Synodi se cum primum reversi domum erunt, curaturos vt significetur Ecclesiis suarum classium, Ecclesiae Embdanae diaconos iis qui legitimum Ecclesiarum vnde proficiscuntur vitae fideliter et pie anteactae testimonium exhibebunt, vt domesticis fidei opem laturos, aliarum Ecclesiarum per quas transeunt exemplo, sed quae in multos dies aut menses aliquot, vt interdum fit, consistentibus, dum ventum secundum exspectant, quo in Angliam traiiciant, opus essent, in posterum suppeditare non posse, ne quis vana fiducia confisus sedes leviter mutet.

Gehoord hebbende de klagten en het verzoek van beide de Kerken van Embden, hebben de Broeders des Synodi belooft, dat zy zoo haast als zy t’huis gekoomen zullen zyn, bezorgen zullen, dat de Kercken van haare Classis aangedient en de weete gedaan werden, dat de Diakenen der Kerke van Embden, die geenen, die wettelyke getuigenisse haares voorgaanden vroomen en Godzaligen levens3) van de Kerke, uit welke zy gereist zyn, overgeeven zullen, als Geloofsgenooten bystaan zullen, den anderen Kerken door welke zy reizen zullen tot een exempel4); maar die veel dagen of sommige maanden (gelyk het somtyds geschied) moeten stil op den Wind leggen wagtende, om naar Engeland te varen, nood hebbende, dat zy die voortaan niet konnen bystaan5), op dat niemand op eene ydele hoope vertrouwende, niet lichtelyk van de eene Plaatse, in de anderen vertrekke6).


3) Voor de laatste zes woorden staat in nr. 3: haers oprechten gheloofs ende godtsalichen wandels; bij C.: van hunn voorghaande Ghodtsaalich leeven; en bij J.: eines getreuen, vnd gottseligen lebens.
4) De laatste elf woorden zijn in nr. 3: ghelick oock andere Kercken doen daer se door passeeren; bij C.: als andere Kercken, door welcke sij passeeren; en bij J.: gleich auch andere kirchen dardurch sie ziehen.
5) Voor de laatste negen woorden staat in nr. 3: dat sy voort aen niet soo veel en connen wtdeylen, als van noode is den gheenen; bij C.: den selven all ’t gheene henn sall noodich sijn te verstrecken ende handtreijcken, verklaaren sij naa deesen niet mooghelijck te sijn; en bij J.: zu solcher langwiriger steur soll ihnen die Embdische kirche hinfurter mit nichten verbunden sein.
6) De laatste dien woorden zijn in nr. 3: syn huijs lichtwerdelicken opbreecke; bij C.: lichtelijck zijn woonplaatse verandere; en bij J.: oder auch leichtfertiglig disser vrsachen von andern orthen auffbreche.