C39.1 De heilige doop wordt als zegel van Gods verbond bediend aan de pasgeboren kinderen van de gelovigen en eveneens aan volwassenen die zich tot God bekeren en nog niet eerder waren gedoopt, met hun kinderen.
C39.2 Aan volwassenen wordt de doop bediend nadat zij openbare belijdenis van hun geloof hebben gedaan.
C39.3 De kerken erkennen de doop die elders in een christelijke kerkgemeenschap op geldige wijze en in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is bediend.
C39.4 Bij de bediening van de doop wordt gebruik gemaakt van een van de vastgestelde formulieren.