C49.1 De gemeenteleden zien als leden van het lichaam van Christus in liefde naar elkaar om en dienen elkaars heil en welzijn in woord en daad.
C49.2 De ambtsdragers en gemeenteleden dragen ieder voor hun deel bij aan de pastorale en diaconale zorg in de gemeente.
C49.3 De ambtsdragers en overige werkers in de kerk nemen de vereiste geheimhouding in acht ten aanzien van de zaken die hun in de uitoefening van hun ambt, dienst, functie of taak ter kennis komen en die een vertrouwelijk karakter dragen.
C49.4 De kerken treffen voorzieningen voor pastoraat in bijzondere situaties, zoals voor mensen met een bijzondere beperking en leden die voor enige tijd in het buitenland verblijven.
C49.5 De kerk is met Woord en gebed rond het sterven van een gemeentelid aanwezig.