B15.1 Een predikant is altijd verbonden aan een plaatselijke kerk of aan twee of meer kerken die daarvoor een samenwerking zijn aangegaan.
B15.2 De verbintenis van de predikant met een kerk berust op overeenstemming krachtens de beroepsbrief van de kerkenraad en de aannemingsbrief van de predikant.
B15.3 De rechtspositie van de predikant heeft een eigen kerkelijk karakter. De rechtsverhouding tussen kerk en predikant wordt beheerst door het kerkelijk recht en niet door het statelijk recht.
B15.4 Ook in geval van een bijzondere taak is de predikant verbonden aan een plaatselijke kerk. De regeling van zijn rechtspositie vereist de goedkeuring van de classis en, indien van toepassing, de generale synode.