E70.1 De kerken onderhouden naar vermogen oecumenische betrekkingen met kerken van gereformeerde belijdenis in het buitenland, gericht op geestelijke ontmoeting, bemoediging en hulp. Zij respecteren daarbij de eigen historie en context van elke kerk.
E70.2 Met kerken waarmee bijzondere banden bestaan kan door de generale synode een zusterkerkrelatie worden aangegaan, die wederzijdse aanvaarding van elkaars leden en predikanten inhoudt.
E70.3 De kerken kunnen participeren in internationale kerkelijke verbanden, organisaties en instellingen.