B26.1 De ouderlingen en diakenen vervullen hun ambtsdienst drie of meer jaren, afhankelijk van de plaatselijke regeling.
B26.2 Als regel is elk jaar een evenredig deel van de ouderlingen en diakenen aftredend. Zij zijn niet direct herkiesbaar, behoudens bijzondere omstandigheden.
B26.3 De kerkenraad verleent tussentijdse ontheffing slechts wegens gegronde redenen.