C37 inrichting van de
kerkdiensten
C37.1 De kerkenraad ziet toe op een inrichting van de
kerkdiensten die is tot eer van God en die de opbouw en eenheid
van de gemeente dient.
C37.2 De kerken houden zich aan de generale regeling voor de
kerkdiensten en maken gebruik van het kerkboek dat door de
generale synode is vastgesteld.
C37.3 Een van de zondagse kerkdiensten is doorgaans een
leerdienst waarin aan de hand van de belijdenis van de kerk
onderwijs wordt gegeven in de christelijke leer.
C39 bediening van de
doop
C40 viering van het avondmaal
Consideraties classis Enschede en classis
Harderwijk
Classis Enschede stelt voor in C37.2 de verwijzing naar het
kerkboek te schrappen, omdat synodes in het verleden liederen en
formulieren hebben vrijgegeven die niet in het kerkboek staan.
Blijft over de verwijzing naar de generale regeling voor de
kerkdiensten, die volstaat. Classis Harderwijk stelt voor in C39
en C40 het gebruik van formulieren expliciet te noemen.
Preadvies deputaten
1. Beide classisvoorstellen beogen niet zozeer een inhoudelijke
wijziging als wel betere formuleringen.
2. Het voorstel van de classis Enschede stelt de verwijzing naar
het kerkboek in C37.2 aan de orde. Hieruit blijkt dat zich een
zekere begripsverwarring voordoet. Waar C37.2 spreekt van
‘kerkboek’ hebben deputaten niet voor ogen gehad de laatste
editie van het Gereformeerd Kerkboek, zoals uitgegeven na de
synode van Amersfoort 2005. Dat zou immers betekenen dat
ontwikkelingen sindsdien niet meer verdisconteerd zouden zijn,
zoals bijvoorbeeld de door de GS Harderwijk 2011-2012 opnieuw
vastgestelde liturgische formulieren, maar ook de besluiten van
de GS Zwolle-Zuid 2008 inzake Opwekkingsliederen, Psalmen voor
Nu, Liedboekliederen, etc. Deputaten hebben met het ‘kerkboek’
voor ogen het geheel aan Bijbelvertalingen, psalmen, liederen,
formulieren, orden van dienst, dat krachtens synodebesluiten ten
behoeve van de kerkdiensten actueel beschikbaar is. Daarmee valt
het ‘kerkboek’ dus niet fysiek samen met het genoemde
Gereformeerd Kerkboek in zijn laatste gedaante. Tegelijk zit hier
ook de moeite, die via de consideratie van Enschede aan de dag
treedt: het hanteren van het hier bedoelde verzamelbegrip
‘kerkboek’ kan aanleiding geven tot misverstand, vooral door de
term ‘boek’, terwijl dat boek als zodanig er niet (steeds)
tastbaar is.
3. Deputaten hebben de keuze voor ‘kerkboek’ in WO-3 expliciet
verantwoord. Zie aantek. 3-5 bij art. C3 in WO-3 = nu C37 HKO.
Beoogd is een opsomming van de afzonderlijke onderdelen van de
kerkdienst te voorkomen en met één overkoepelende term de door de
kerken afgesproken bandbreedte aan te duiden. De vraag is nu of
er andere opties denkbaar zijn die het misverstand uitsluiten.
Deputaten zien vier varianten:
a. handhaven van het huidige C37.2;
b. uitsluitend verwijzen in C37.2 naar de generale regeling
kerkdiensten en geen verdere verwijzing naar het ‘kerkboek’
(voorstel Enschede);
c. vervangen van het woord ‘kerkboek’ in C37.2 door ‘liturgisch
kader’;
d. vervangen van het woord ‘kerkboek’ in C37.2 door de
omschrijving ‘Bijbelvertalingen, liederen, formulieren en
orden van dienst die door de synode zijn vastgesteld’.
Wij zetten de vier tekstvarianten hieronder op een rij voor een
goede beeldvorming:
|19|
Variant a
C37.2 De kerken houden zich aan de generale regeling voor de
kerkdiensten en maken gebruik van het kerkboek dat door de
generale synode is vastgesteld.
Variant b
C37.2 De kerken houden zich aan de generale regeling voor de
kerkdiensten.
Variant c
C37.2 De kerken houden zich aan de generale regeling voor de
kerkdiensten en nemen het daarin door de generale synode
vastgestelde liturgisch kader in acht.
Variant d
C37.2 De kerken houden zich aan de generale regeling voor de
kerkdiensten en maken gebruik van de Bijbelvertalingen, psalmen,
liederen, formulieren en orden van dienst die door de generale
synode zijn vastgesteld.
4. Variant a kent de door de classis Enschede vermelde
moeite van de term ‘kerkboek’. Je zou de term ‘kerkboek’ kunnen
vervangen door bijvoorbeeld ‘dienstboek’, maar in wezen doet zich
daarmee hetzelfde probleem voor: het is geen fysiek boek, tenzij
er een dienstboek komt, maar dan wordt dat door de ontwikkelingen
toch weer ingehaald.
Variant b bevat een verwijzing naar de generale regeling
kerkdiensten en geeft daarmee op KO-niveau geen materieel inzicht
meer. Het heeft slechts een verwijsfunctie.
Variant c heeft het ‘kerkboek’ vervangen door de korte
omschrijving ‘liturgisch kader’. Dat liturgisch kader omvat dan
de onderdelen die in de generale regeling verder worden
uitgewerkt.
Variant d benoemt de elementen van de kerkdienst
afzonderlijk, à la Werkorde 2.
5. Dit geheel overziende gaat de voorkeur van deputaten uit naar
variant b:
variant a heeft de kerkboek-problematiek; in variant c krijg je
een nieuw probleem over de onderlinge verhouding tussen de
generale regeling en het liturgisch kader; variant d heeft een
soortgelijk probleem en biedt ook te weinig flexibiliteit. Blijft
over de verwijzing naar de generale regeling, die het door de
synodes vastgestelde liturgische kader bevat.
6. De classis Harderwijk constateert terecht dat elders in de HKO
wordt verwezen naar formulieren, zoals in B12.7, B25.8, D60.3,
D61.3, maar in C39 en C40 niet. Dit hing samen met de hierboven
besproken verwijzing naar het kerkboek, waarin de doop- en
avondmaalformulieren zijn begrepen. Bij toepassing van variant b
en mede gelet op de andere genoemde HKO-artikelen verdient
volledige vermelding van de formulieren in de HKO alsnog de
voorkeur. Dit geldt dan aanvullend zowel voor doop, belijdenis,
avondmaal en huwelijksbevestiging in C39, C40, C41 en C46.
7. Per saldo adviseren deputaten de consideraties van Enschede en
Harderwijk op te volgen.
Voorstel deputaten
C37.2 als volgt wijzigen:
C37.2 De kerken houden zich aan de generale regeling voor de kerkdiensten.
Aan C39 toevoegen een nieuw lid C39.4:
C39.4 Bij de bediening van de doop wordt een van de vastgestelde formulieren gebruikt.
Aan C40 toevoegen een nieuw lid C40.3:
C40.3 Bij de viering van het avondmaal wordt een van de vastgestelde formulieren gebruikt.
|20|
Aan C41.3 als volgt wijzigen:
C41.3 Voor de toelating tot de openbare geloofsbelijdenis is onderzoek door de kerkenraad en instemming van de gemeente nodig. Bij de openbare geloofsbelijdenis wordt het vastgestelde formulier gebruikt.
Aan C46.3 als volgt wijzigen:
C46.3 De huwelijksbevestiging vindt plaats in een kerkdienst en behoeft de instemming van de gemeente. Bij de huwelijksbevestiging wordt het vastgestelde formulier gebruikt.